web analytics
vrijdag, april 19

Column Johan Klein Haneveld – De levensechte werelden van Kim Stanley Robinson

Door Johan Klein Haneveld

Elke keer als ik een roman van Kim Stanley Robinson heb gelezen, wil ik direct zelf ook weer een nieuw verhaal gaan schrijven. Niet vanwege de personages in de boeken. Die zijn interessant genoeg, maar dienen vaak vooral om een ideologisch standpunt te belichamen. In de meeste boeken voert Robinson tientallen personages op, met elk hun eigen belangen. Hij schrijft niet over een of twee helden die alle problemen oplossen, maar over gemeenschappen die samenkomen rond een gedeelde zaak en samen aan de toekomst gaan werken.


Het gaat me ook niet over de technologische ontwikkelingen die hij voorspelt. Die spelen in zijn boeken zelf meestal ook een ondergeschikte rol, maar zijn bijna vanzelfsprekend onderdeel van de toekomstige wereld. Sommige hebben positieve effecten op de economie of het ecosysteem, andere negatieve. Kim Stanley Robinson gelooft niet dat een enkele techniek de wereld kan veranderen. Het zijn bij hem altijd de mensen, en de overtuigingen en systemen waar zij in investeren, die bepalen hoe techniek gebruikt wordt en hoe de wereld er uitziet.

Nee, het zijn de werelden die hij heeft verzonnen, die mij inspireren. Ze zijn steevast complex, tot in detail uitgewerkt, en met een kunstenaarsoog beschreven zodat je het zonlicht op je huid voelt en de wind in je haren. Ze bestaan niet alleen maar als achtergrond voor de gebeurtenissen in het verhaal – ze bestaan voor de lezer echt, ook als het verhaal is afgelopen. Zo overtuigend zijn Robinsons werelden dat ik me er in mijn verbeelding heen wil verplaatsen om ze te vullen met mijn eigen personages en uitvindingen.

Levensecht Mars

Zo verging het me met de boeken in zijn Mars-trilogie: Red Mars, Green Mars en Blue Mars. Daarin beschrijft hij de eerste groep van 100 kolonisten tijdens hun reis naar de rode planeet en hun pogingen daar een nieuwe beschaving op te bouwen. Persoonlijke en politieke verschillen drijven de personages al snel uit elkaar. Als er een stroom nieuwe kolonisten op gang komt vanaf de overbevolkte aarde dreigt de planeet te vervallen tot een strijdtoneel. Ik vond het conflict tussen wetenschappers die de terraformatie van Mars willen bewerkstelligen en de ecologische partij die de planeet onaangetast wil laten boeiend. Scenes waarbij een ruimtelift op Mars neerstort waren intens spannend en het verdwijnen van een groep onder leiding van de spirituele Hiroko was intrigerend.

Maar vooral was ik onder de indruk van Mars zelf. Het voelde alsof ik tijdens het lezen zelf rondliep in de desolate roestkleurige landschappen, alsof ik zelf afdaalde in de diepe ravijnen of tegen de hellingen van Olympus Mons omhoogklom. Het was alsof ik voor mijn geestesoog het leven zag opbloeien in kraters en ravijnen, terwijl ik een bezoek bracht aan steden in holle lavabuizen. Zo levendig was deze ervaring dat ik besloot een boek te schrijven dat zich afspeelt op Mars. Mijn SF-thriller De derde macht gaat over heel andere conflicten dan het boek van Kim Stanley Robinson en de hoofdpersonen verschillen totaal van de zijne, maar de wereld waarin ze rondlopen is die van hem. Hij creëerde als het ware de speeltuin die ik kon gebruiken voor mijn eigen verhaal.

Ontdekkingsreizigers en New York

Met zijn meer recente boek 2312 gebeurde precies hetzelfde. In dit boek heeft de mensheid het zonnestelsel gekoloniseerd van Mercurius tot de manen van Saturnus. De bevolking reist heen en weer tussen de planeten op uitgeholde asteroïden en ijsmanen, elk met een ander ecosysteem in het binnenste. Er zijn er met moerassen, met zeeën of met savannes aan de binnenkant. Er leven dieren die op aarde al zijn uitgestorven. Van de hoofdpersonen kan ik me om eerlijk te zijn weinig meer herinneren. Die maakten weinig indruk. De wereld des te meer. Ik zocht namelijk naar een manier om een SF-verhaal te schrijven over een ontdekkingsreiziger die nieuwe werelden betrad. Welke werelden waren beter geschikt dan de asteroïden van Kim Stanley Robinson? Vooral als ze ondertussen door de mens verlaten waren. Dit werd het verhaal Conquistador, titelverhaal van de gelijknamige bundel.

In 2017 verscheen Robinsons jongste boek: New York 2140. Ook dat was weer inspirerend. Dit speelt zich af in het jaartal uit de titel, wanneer de zeespiegel een heel eind gestegen is. Een deel van New York staat onder water, maar de flats zijn nog steeds bewoond en de stad lijkt eerder op een nieuw Venetië. Er hangen bruggen tussen de wolkenkrabbers en er varen boten over de straten. De personages proberen de verdwijning van twee computerprogrammeurs op te lossen, terwijl een enorme storm dreigt de stad te overspoelen. Opnieuw weet Kim Stanley Robinson een nieuwe omgeving zo gedetailleerd te beschrijven dat je er als lezer in gaat geloven. Een recensie van het boek verwoordde het zo: ‘New York 2140 … creates a whole world in such compelling detail that the reader starts to suspect the author has actually been there, in a time machine, and has come back to file what amounts to a documentary reportage.’ https://www.theguardian.com/books/2017/mar/03/new-york-2140-by-kim-stanley-robinson-review

Kim Stanley Robinson: Wandelen in je wereld

In ben niet de enige wie het opvalt hoe levendig de werelden zijn die Kim Stanley Robinson beschrijft, en hoe levensecht ze overkomen. In interviews krijgt Robinson regelmatig de vraag voorgelegd hoe het komt dat hij zulke overtuigende omgevingen kan weergeven. Een lezer van zijn verhaal was bijvoorbeeld verbaasd te vernemen dat Robinson uit Californië kwam en niet uit New York. Robinson vertelt dat hij er inderdaad tegenop had gezien over de stad aan de oostkust van de VS te schrijven. “In fact I felt more comfortable writing about Mars than about New York. So I looked at maps and read books, and then I went to New York and walked the streets and thought it over.” https://www.scientificamerican.com/article/q-a-kim-stanley-robinson-explains-how-he-flooded-manhattan

Kim Stanley Robinson doet het niet alleen als hij over New York moet schrijven, hij bezoekt altijd de plek waar het verhaal zich afspeelt en loopt daar rond, soms dagen lang. Zo kan hij de details in zich opnemen. De graffiti aan de muren, de zeemeeuwen in de lucht, de geur van uitlaatgassen. Dit is al zijn vaste methode sinds zijn eerste gepubliceerde trilogie, die zich afspeelt in Californië. “Concerning method, I simply visited the places in question, or I had known them all my life, and I pushed them in the direction my scenarios demanded, and it was simple enough.” https://lareviewofbooks.org/article/pacific-overture-an-interview-with-kim-stanley-robinson/#

Natuurlijk kun je op andere planeten niet zomaar rondlopen, maar Robinsons liefde voor het maken van lange wandelingen speelde ook een rol bij het tot leven brengen van een toekomstige planeet Mars. “I realized that only by terraforming Mars could you actually backpack there; and there were scientific articles coming out about terraforming Mars in those years, so I paid attention to those, and thought that would be a good story to tell.” https://www.kirkusreviews.com/features/kim-stanley-robinsons-mars

Kim Stanley Robinson stelde zich voor hoe het zou zijn niet door de straten van New York te lopen of door de Sierra Nevada in Californië, maar door de ravijnen van Mars. Om zich daar een goed beeld van te kunnen maken, las hij alles wat er over Mars te vinden was, inclusief de foto’s van de eerste Marslanders, en bestudeerde hij kaarten en satellietbeelden. Vervolgens vormde hij een mentaal beeld van de wereld. Ik kan me voorstellen dat hij zijn ogen maar hoefde te sluiten om die voor zich te kunnen zien en dat hij daarom zo makkelijk zijn karakters in dat landschap kon laten rondlopen. Volgens mij is het dus ook geen toeval dat in de Mars-boeken een groep langeafstandrenners een rol speelt – zij brachten in praktijk wat Robinson zelf al deed in zijn verbeelding. En hij nodigt ons uit om met onze eigen fantasie deel te worden van diezelfde wereld.

Johan Klein Haneveld schreef tot nu toe acht boeken, waarvan de jongste, ‘De Krakenvorst, boek 2: Kartaalmon’, uitkwam in november 2017. Zijn korte verhalen verschenen onder andere op Fantasize, in de tijdschriften Fantastische Vertellingen en SF Terra en in de bundels Ganymedes 17, Wereldbedenkers en Tenenkrommende Verhalen. In 2018 zijn drie boeken van hem uitgebracht: verhalenbundel ‘Het teken in de lucht’, het boekje ‘Mieren en sprinkhanen’ en de far future SF-roman ‘De afvallige ster’.

You cannot copy content of this page