vrijdag, november 14

Interview met Waterloper-winnaars: op de derde plek – Heleen van den Hooven en Marielja de Geus met Doodverf

Door Isabelle Plomteux en Sigrid Lensink-Damen

Ook vorig jaar interviewde ik beide auteurs in een gezamenlijk Waterloperinterview, toen veroverden ze eveneens de derde plaats in deze themaschrijfwedstrijd, met hun verhaal Tess’ zeewier. Dat interview kun je hier teruglezen.

Marielja de Geus (links) en Heleen van den Hooven, © eigen foto

Dag Heleen en Marielja, fijn jullie terug te zien! Andermaal gefeliciteerd met jullie derde plaats. Voor de lezers die jullie nog niet kennen, kunnen jullie jezelf even voorstellen?
Heleen: Ja, dankjewel. Hoe bijzonder is dat, om twee keer achter elkaar derde te worden. We zeiden al voor de grap dat we nu eigenlijk wel voor 3×3 moeten gaan.
Ik legde een bijzondere weg af naar het schrijverschap. Op vier manieren verdiepte ik me in landschappen. Als kind hoorde ik landschappen in klassieke muziek. Ik studeerde tuin- en landschapsinrichting en werkte vijftien jaar als landschapsvormgever bij diverse overheden. In 2010 startte ik Ateljee aan Zee en werd ik viltkunstenaar. Rond 2015 creëerde ik een serie landschapen in de vorm van vilteilanden waarin ik met naald en draad op reis ging. Zo ontdekte ik nieuwe werelden met verhalen die ik uitschreef tot de Zwerfsteenkronieken. De prequel Zeesteen is opgenomen in de bundel Werelden ontwaken die ik samen met mijn schrijfgroep in 2022 uitbracht.
Bij de verhalenwedstrijd Waterloper haalde mijn solo en duoverhalen vijf keer een toptiennotering. In 2023 won ik bij de Baaijerd het meester- gezel traject. In 2025 komt mijn eerste boek Schaduwwerker uit bij Quasis uitgeverij. Daar ben ik trots op en dankbaar voor. Het heeft er alles van weg dat ze ook mijn Zwerfsteenkronieken uit gaan geven. Voor het eerste deel Zuiverzee zijn ze op zoek naar een passende redacteur.
Marielja: Bedankt voor de felicitaties. Mijn naam is Marielja (37), woon in Middelburg en werk bij ZB Bibliotheek van Zeeland op het project VoorleesExpress en bij het IDO, dat staat voor Informatiepunt Digitale Overheid. Daar help ik mensen met vragen over bijvoorbeeld DigiD, toeslagen, gemeentelijke regelingen of andere digitale overheidszaken. Het werk geeft me veel voldoening, want bij zowel de VoorleesExpress als bij het IDO mag ik mensen helpen.
Als schrijver heb ik me in eerste instantie kunnen ontwikkelen dankzij freelance werk voor Weekblad De Bode. Daarna ben ik mee gaan doen aan wedstrijden van onder andere Godijn Publishing. Toen ik in 2022 als een van de eerste drie Baaijerdgezellen uitgekozen werd kreeg mijn droom om schrijver te zijn een serieuze lading. Ik begreep dat het kon, als je maar uren maakt. Ik ben steeds meer gaan schrijven, tot eind 2023. Ik had het niet verwacht, maar ik werd ineens heel onzeker en schreef bijna niets meer. Door mee te doen aan Waterloper kreeg ik het vertrouwen weer een beetje terug.

Wisten jullie meteen na de vorige editie dat jullie ook dit jaar weer met een gezamenlijk verhaal zouden meedoen?
Heleen en Marielja: Door de verrassende prijsuitreiking van vorig jaar waren we heel enthousiast. De thema’s spraken ons ook aan. Het was verleidelijk om gelijk in een volgend verhaal te springen. Maar we hebben eerst de tijd genomen na te denken of we samen zouden gaan schrijven. Het vraagt inspanning en planning. Om de ander en jezelf niet teleur te stellen als het niet lukt is het belangrijk goed af te wegen of je wel of niet wilt deelnemen. Uiteindelijk hebben we samen besloten ervoor te gaan. En we hebben er reuze veel plezier in gehad.

Hoe hebben jullie besloten binnen welk thema jullie een verhaal zouden schrijven? Hadden jullie allebei meteen zoiets van: dit thema wordt het? Of was het even zoeken?
Heleen en Marielja: De duistere kant van Rembrandts nachtwacht sprak het meeste tot de verbeelding. Het was vrij vlot duidelijk dat we daar veel mee zouden kunnen doen.
Het thema had een magisch-realistisch kantje doordat Rembrandt van Rijn echt bestaan heeft. We vinden het allebei fijn magisch-realistische verhalen te schrijven en vonden het ook een uitdaging om de geschiedenis in te duiken en onderzoek te doen naar hoe Amsterdam er in die tijd uitzag en welke schildertechnieken en grondstoffen er gebruikt werden.

Hoe verliep het schrijfproces van Doodverf? Wie nam wat op zich? Verschilde dat van het schrijfproces van Tess’ zeewier? Zijn er bepaalde stappen in jullie samenwerkingsproces die jullie gewijzigd hebben, nu jullie voor de tweede keer een verhaal samen hebben geschreven en dus al wat meer routine hebben?
Marielja: Aan de hand van de feedback op Tess’ zeewier hebben we de werkwijze iets aangepast. We merkten dat we voor Tess’ zeewier een te groot verhaal hadden om binnen 10.000 woorden te kunnen vertellen. Nu hebben we gericht op 7500 woorden, zodat we ruimte zouden hebben om de details goed uit te werken.
Heleen: Net zoals de vorige keer lag de nadruk bij onze samenwerking op de voorbereiding. We moeten heel goed weten welke scenes we gaan schrijven voordat we ze kunnen verdelen. Dat hadden we dit keer zo goed gedaan dat ik in één middag al mijn scenes kon schrijven. Verder heb ik veel onderzoek gedaan naar pigmenten, Amsterdam in de tijd van Rembrandt en de totstandkoming van de Nachtwacht. Ik heb dankbaar gebruik gemaakt van de afleveringen van “het geheim van de meester’’ over onderzoek naar de Nachtwacht van de NPO.

Zonder te veel te verklappen: waar gaat Doodverf over?
Marielja: Doodverf gaat over Karel, een leerling van Rembrandt. Hij leert het vak van zijn meester en merkt wat voor mensen het zijn die geld willen betalen om op het doek te komen. Een figuur in het bijzonder is lang niet zo edelmoedig als hij zichzelf doet voorkomen.

Schilderij dat Marijke van den Hooven-Verdoorn bij het verhaal maakte. © Marijke van den Hooven-Verdoorn

Is het ergens te lezen?
Heleen: Nog niet. We waren in voorbereiding om dit als een novelle uit te geven met illustraties in de vorm van schilderijen erbij. Door mijn contract voor Schaduwwerker bij Quasis, moeten we opnieuw kijken hoe en of dit nog in de planning past. Het kan ook zijn dat we een paar korte verhalen bundelen en dat er een gecombineerde verhalenbundel van ons uitkomt.

Deden jullie daarnaast ook nog afzonderlijk mee met deze editie van Waterloper?
Heleen: Ja, ik schreef het magisch realistische verhaal Luchtfietser, bij het thema V’dor Smah. Een verhaal over verlies en rouwverwerking. Helaas viel het bij de eerste twee jury leden die het lazen niet in goede aarde. Ze vonden het mooi geschreven maar ze vonden het niet passen binnen wat zij van een fantasyverhaal verwachtten. Tjsa, dat vond ik jammer want ik denk dat juist schrijfwedstrijden en het speculatieve genre in het algemeen zich uitstekend lenen voor experimenten. Voor mijn ontwikkeling als mens en schrijver is onderzoek en experiment juist van levensbelang. Het voedt me en biedt me een breder perspectief op de wereld. Ik ben dan ook niet van plan me iets aan te trekken van de lage notering en zal daarin gewoon mijn eigen weg blijven gaan. Het scheelt dat ik inmiddels al vaker meegedaan heb en in de afgelopen jaren ook zelfverzekerd genoeg geworden ben als schrijver.
Marielja: Ja, ik deed dit jaar voor het eerst mee. Met Het gestalte van Satyr (twintigste plek) in het thema V’dor Smah. Het is magisch-realisme waarin spiritualiteit een belangrijk component is. Ik besloot twee weken voor de deadline het toch te gaan wagen. In rap tempo heb ik verhaal geschreven. Een totaal andere aanpak dan hoe ik anders werk want ik hou van een degelijke aanpak en planning. Het is te merken dat ik te laat ben begonnen. Er staan nog veel schrijffouten in mijn verhaal. Zo ook in de titel, suf hè. Desondanks ben ik blij dat ik iets ingezonden heb. In die tijd was ik onzeker over mijn schrijven, ik zat niet lekker in de pen. Door mee te doen gaf ik mezelf een oppepper.

Wat is voor jullie het fijne aan samen een verhaal schrijven?
Heleen: Voor mij is het sociale aspect het prettigst. Het is gezellig en leuk om samen te sparren over een verhaal. Waar we vorig jaar voornamelijk in de bibliotheek afspraken, wisselden de locaties dit keer en namen we ook diverse cafeetjes mee, wat bijdroeg aan de afwisseling. Daarnaast is Marielja beter in structureren en helpt ze de focus bewaren. Ik heb vaak zoveel ideeën dat het wel eens wat te veel kan worden. Sowieso dwingt samen schrijven tot een heel gedegen voorbereiding. Als ik voor mezelf schrijf, kan ik daar het geduld meestal niet voor opbrengen omdat ik te graag wil beginnen. Al ben ik door het samen schrijven voor mezelf ook beter gaan structureren.
Marielja: Ik vind het fijn dat Heleen veel energie heeft, lekker door werkt en vrij uit kan fantaseren. Samen brainstormen en een plot uitdenken is fantastisch. We hebben veel lol samen. We gaan graag ergens op een terrasje of in een cafeetje zitten. We zijn niet beschroomd om los te gaan en je ziet wel eens mensen denken: wat zijn die twee aan het bespreken?

Zijn er ook dingen die lastig zijn? Verschillen jullie bijvoorbeeld wel eens van mening over iets?
Marielja: Ik voel me wel eens bezwaard dat ik minder tijd heb dan Heleen. Dan heeft zij al drie scènes geschreven en moet ik nog beginnen. Maar ze is altijd lief en geduldig. We hebben beide onze kwaliteiten en vullen elkaar daar in aan.
Heleen: Waar we elkaar juist doordat we verschillend zijn aanvullen, zijn diezelfde verschillen ook wel eens lastig te begrijpen van elkaar. Als ik in een flow kom dan kan ik in korte tijd veel schrijven, dan stroomt het gewoon uit mijn vingers. Dit keer, zeker omdat we van te voren alles zo goed voorbereid hadden, schreef ik in een middag al mijn scenes. Ik kan me voorstellen dat dat intimiderend over kan komen, al is dat het laatste dat ik wil. Die vond ik lastig omdat dat voor mij direct raakte aan of ik voluit mezelf mag zijn. Daar hebben we het over gehad. Hoe je zelf werkt zegt niets over de ander.

Zijn er ondertussen nog meer schrijfwedstrijden waar jullie gezamenlijk een verhaal voor schrijven? Of voor willen gaan schrijven?
Marielja: Nee, we richten ons nu op eigen projecten en bekijken wat de mogelijkheden zijn om Doodverf en misschien ook Tess’ zeewier uit te geven.

Aan het werk, © eigen foto

Hebben jullie er al eens aan gedacht om gezamenlijk een boek te schrijven?
Heleen: Die gedachte is wel eens door mijn hoofd gegaan. Op dit moment hebben we nog heel wat grote projecten af te ronden en ontbreekt de tijd voor een nieuw groot project.

Wat zijn jullie individuele schrijfplannen voor de toekomst? Marielja, jij had het vorige keer over een historische jeugdroman? En Heleen, jij hebt dit jaar geloof ik een contract getekend bij Quasis Uitgevers?
Heleen: Klopt. Hoe gaaf is dat? Vorig jaar veroverde ik met mijn Waterloperverhaal Schaduwwerker de tweede plek. Meerdere juryleden waaronder Jasper Polane merkten op dat ze wel een groter verhaal in die wereld wilden lezen. Dat leek me een mooi uitdaging. Ik benaderde Jasper met de vraag of hij het dan zou willen proeflezen. Afhankelijk van zijn tijdschema stond hij daar niet onwelwillend tegenover. Ik ging druk aan het schrijven en tegen de tijd dat ik zo’n 90.000 woorden geschreven had en aan de afrondende scènes wilde beginnen, kreeg ik bericht van Jasper. Ze hadden bij uitgeverij Quasis besloten dat ze de genres die ze uitgaven wilden verbreden en dachten aan een detectiveserie.
Laat Schaduwwerker nu een urban fantasy-detective zijn, waarbij het hoofdpersonage Umi Mizu een mysterieuze zaak in Tokio op moet lossen.
Of ik wilde komen praten over het uitgeven van Schaduwwerker en eventuele vervolgdelen. Ik ben super dankbaar voor de kans die ik daarmee krijg. De eerste versie is inmiddels opgestuurd en de verwachting is dat het richting het einde van 2025 als fysiek boek verschijnt.
Ondertussen ben ik de tweede Umi Mizu aan het opzetten, die zich ook weer in Japan afspeelt.
Marielja: Mijn historische jeugdroman over Mary Stewart is nog niet uitgegeven, want ik zoek nog een geschikte uitgever. Ondertussen werk ik aan andere projecten, maar daar wil ik niet te veel over zeggen. Ik heb de ervaring dat wanneer ik open ben over waar ik aan werk, er een innerlijke druk ontstaat die me blokkeert. Dus ik kan er beter maar niet te veel over praten. Geloof me, je zult het horen als er een boek van mij verschijnt.

Tot slot: zit er voor volgend jaar weer een gezamenlijk verhaal voor Waterloper in? Wat vinden jullie van de thema’s voor de nieuwe editie? Hebben jullie al een keuze gemaakt?
Heleen: Die beslissing is nog niet genomen. Natuurlijk zijn we de thema’s langs gegaan en kregen we al wel een paar ideetjes. Samen een verhaal schrijven vergt veel inzet. Ik weet niet of het, gezien al onze andere projecten, dit jaar in de tijd past.
Marielja: Wie weet. Inzenden moet anoniem, daar hoort naar mijn idee ook bij dat je niet vertelt of je wel of niet mee doet. Aan de thema’s zal het in ieder geval niet liggen.

Bedankt voor het interview! Geven jullie nog even mee waar jullie online te vinden zijn? En wie weet tot volgend jaar? Voor 3×3?
Heleen: Je kunt me vinden op mijn website en binnenkort zal ik ook op de website van Quasis te vinden zijn. Verder Facebook, Instagram en en sinds kort bluesky.
Marielja: Je kunt mij vinden op mijn website en op Instagram, Facebook en Hebban.

Met het certificaat tevreden naar huis, © eigen foto

© 2020 – 2025 Fantasize, Isabelle Plomteux & Sigrid Lensink-Damen

You cannot copy content of this page