web analytics
dinsdag, maart 19

Interview: De verzameling van Ferd Vrijmoed – Olivier B. Bommel

Door Sigrid Lensink-Damen

In deze nieuwe rubriek laten we mensen aan het woord met een unieke verzameling die raakvlakken heeft met sciencefiction, fantasy en horror. In deze eerste aflevering blijf ik dicht bij huis en vroeg aan een oom of hij iets wilde vertellen over zijn Bommelverzameling. Dat vond hij ‘ontzettend leuk’ en op 10 december reisde ik gewapend met stemopname-app en fototoestel naar Malden, Gelderland.

Ferd Vrijmoed in zijn Bommeljasje en -stropdas

Allereerst, Ferd, wil je jezelf even voorstellen? Ik ken je natuurlijk wel, maar de lezers van Fantasize nog niet. Dus, hoe heet je, waar kom je vandaan en wat verzamel je?
O, nou, wat ik verzamel is heel veel. Maar ik ben dus Ferd Vrijmoed. Ik ben geboren in de eerste helft van de vorige eeuw, 1949, in Den Haag. De oudste zoon van een gezin van vijf kinderen, maar niet de oudste, want dat is mijn zus, die is twee jaar ouder dan ik.
En dat is mijn schoonmoeder. Zo zitten de familierelaties in elkaar.
Goed, nou dat helder is… [we lachen] Ik heb na de HBS een studie fiscaal recht gedaan en ik ben uiteindelijk een belastingadvieskantoor begonnen voor mezelf. Toen ik 70 werd, ben ik daarmee gestopt. Hoewel ik eigenlijk mijn hele leven getennist heb, ben ik nu aan het golfen. En het leuke is dat ik twee golfballetjes van Olivier B. Bommel in mijn verzameling heb, met wat tees.

Je verzamelt Oliver B. Bommel en je verzamelt ook andere dingen, begrijp ik?
Ja, ik heb een hele stripotheek, met, nou, echt héél veel strips en de meeste ook wel compleet, en een van die strips is uiteraard Olivier B. Bommel. Daar heb ik ook heel veel boeken van: kookboek, atlas, noem maar op. Maar de belangrijkste boeken zijn natuurlijk de verhalen die ook in de krant zijn verschenen. De enige serie die ik de echte serie vind, zijn die witte Bezige Bijboekjes.

Bommelboekenkast

Wat spreekt je zo aan in Bommel?
Ik ben een grote aanhanger van Marten Toonder vanwege de taal – en van Godfried Bomans, ook vanwege de taal. En wat ik bij Marten Toonder zo geweldig vind, is dat zijn verhalen, hoe oud ze ook zijn, bijna allemaal één op één te projecteren zijn op de huidige tijd. Ze zijn nog helemaal actueel. Wat hij beschreef, zie je terug in de maatschappij, hetzij als misstand, hetzij als een maatschappelijke situatie. Het is zo herkenbaar. Dat spreekt mij aan. Het is gewoon visionair. Vind ik dan, hè.

Wanneer heb je besloten om daarover van alles te gaan verzamelen? Je kunt natuurlijk gewoon die verhalen lezen en dan denken ‘het is klaar’. Dus wanneer is die Bommel-mania begonnen?
Ik wil niet zeggen dat dat komt omdat Maria, mijn echtgenote, die taal helemaal verschrikkelijk vindt…
Je dacht: ik ga er lekker tegenin…
[lacht] Ik ga er lekker tegenin. Nee. Nou ja, of je hebt van nature een bepaalde voorkeur voor een bepaald taalgebruik. Ik schrijf zelf ook graag en ook best wel veel. Dat komt misschien vanwege mijn functie als belastingadviseur, waarbij ik natuurlijk ook veel moest schrijven. Maar ik heb wel de neiging om zinnen te lang te maken. Nu schrijf ik elke maand een column in de Nederlandse Golfkrant, en dan krijg ik geregeld te horen “kan je niet beter in plaats van die komma een punt zetten?” Daar probeer ik me nu aan te houden. Maar als ik dan de Bommelboeken lees…
Toonder heeft zo nu en dan natuurlijk ook fantastisch nieuwe woorden verzonnen zoals ‘minkukel’. Ik wou dat ik dat kon, dat lukt mij nog niet zo om echt een geheel nieuw woord te verzinnen, maar dat kon hij heel goed. Soms lijkt het gewoon een bestaand woord, zoals ‘bovenbazen’ bijvoorbeeld. In dat woord zit precies wat hij bedoelt.
Maar dan heb je zo’n boekje gelezen en dan heb je ook nog een keer een vriendje die het ook leuk vindt…
Dat steekt elkaar aan?
Ja. Fokko van Beuge, een vriendje dat ook inmiddels is gepensioneerd. Hij was rechter. Daar kon ik goed mee praten over Bommel, en hij heeft ook een ontzettende serie, dus, zo begon het eigenlijk te groeien.
En dan verzamel je eerst de boekjes?
Ja, in eerste instantie ging het om het lezen, om de verhalen. Die waren prachtig. Wat mij in ieder geval ook aansprak was dat “een heer van stand”, met zijn naïviteit. Dat is bij Bommel natuurlijk wel verschrikkelijk; hij meent het ontzettend goed, maar…
Het is een beetje een dommerd, soms.
Nou, dat kan je wel zeggen. Maar “een heer van stand”, met een kasteel, de “eenvoudig doch voedzame maaltijden”, die waren toch op zijn minst vier of vijf gangen, dacht ik.
[we lachen]
En dan nog: “geld speelt geen rol”. Ik zeg niet dat dat bij mij ook zo is…
Ja, dus gewoon het hele personage van Bommel met zijn naïeve karakter, dat sprak je aan en ga je daar dingen over opzoeken of…
En zijn liefde voor Dommeltje.

Kerstbal op eigen standaard

In de tijd dat er boekjes uitgegeven werden door de Bezige Bij, waren er toen ook nog meer dingen te koop? Dus bijvoorbeeld wat je nu hebt, de schilderijen of een klok of de beeldjes? Ik heb hier een kerstbal van Bommel zien hangen. Ik bedoel, dat had je toen nog niet, neem ik aan?
Nee, dat klopt. Nee, en zeker in het begin niet, maar op een gegeven moment kwam er een website waar je je kon opgeven voor de nieuwsbrief, de Rommelbode. Dat is de nieuwsbrief van de Marten Toonder Verzamelaars Club.

Ik heb trouwens een website openstaan voor je, waarin gegevens staan over het standbeeld van Olivier B. Bommel in Den Bommel. Het aardige daarvan is, dat dat standbeeld gemaakt is door een oom van mij. Hij is overleden, inmiddels, maar dat was de kunstenaar André Henderickx. Hij was getrouwd met tante Jacq.
Even voor de familiebanden: tante Jacqueline was een zus van je vader.
Is. Tante Jacq leeft nog, die wordt in maart 103.
Maar om een antwoord te geven op je vraag. Ik vond het personage Olivier B. Bommel dus leuk en dan wil je meer over de achtergronden weten. Sommige verhalen spelen zich af in zeer grauwe gebieden om Rommeldam heen, die staan bijvoorbeeld in een speciale Bommel-atlas. Die koop ik dan. En vervolgens ga je je interesseren in de schrijver: wie was nou die Marten Toonder, want hij heeft heel veel meer geschreven. Dat spaar ik dan niet, maar ik heb wel een aantal Tom Poesboeken.

Bronzen Bommel in Den Bommel, foto: © standbeelden.vanderkrogt.net

 

Kleibeeld Bommel, foto: © André Henderickx jr.

 

Bij het uitwerken van het interview wil ik toch meer weten over dat beeld van André Henderickx. De website blijft namelijk vrij zakelijk en besteedt er vijf regels aan. Wie heeft ooit het initiatief genomen voor dit beeld en waarom? Zijn daar nog smeuïge verhalen over?

Onthulling kleibeeld, 4 april 1964
Cover boek

Ik vraag het Ferd via de mail en krijg enkele dagen later twee mails vol foto’s van de zoon van de kunstenaar, die ook André Henderickx heet. De tekst op de foto’s is moeilijk leesbaar, maar ik destilleer eruit dat een Leidse studenten-jaarclub in 1964 het initiatief nam en op de vraag waarom ontcijfer ik op een van de foto’s het volgende commentaar van de heer A.G. Hinze, praeses van de jaarclub: “[Om]dat de ware heer in deze wereld een uitstervend specimen is.”

Verder ontvang ik foto’s van een boek met als titel Tussen klei en brons van schrijver J.F.L.M. Cornelissen van de Marten Toonder Verzamelaars Club. Op de website met beelden lees ik dat het oorspronkelijke beeld van chamotteklei was gemaakt en aan de elementen onderhevig was. Broer van de kunstenaar, Frits Henderickx, en Jan Kemps zorgden er 30 jaar later voor (in 1997) dat er een bronzen beeld kwam. De oorspronkelijke klei-Bommel staat in een school in Den Bommel.

Van de smeuïge verhalen blijf ik helaas verstoken, die zijn vast te horen bij een bijeenkomst van de verzamelaarsclub.
Goed. Dat even tussendoor. Verder met het interview.

Is jouw verzameling uniek, denk je?
Er zijn veel verzamelaars, hoor. Er is ook een vereniging. En van tijd tot tijd een beurs, waar je van alles kunt aanschaffen. De laatste keer was het in Zaltbommel. Er zou een Bommeldag komen met heel veel leuke dingen, maar dat is door corona niet doorgegaan.

Cliché van een Bommelstrip

Heb jij unieke stukken die andere verzamelaars niet hebben? Of is het jou daar niet om te doen?
Nee, daar is het mij inderdaad niet om te doen, ik wil ook geen Bommelmuseum worden bij wijze van spreken, maar wat ik wel heb, en dat is wel uniek, dat is een certificaat van echtheid van een cliché. Het is het originele cliché van één strip, dat gebruikt is voor het drukken van die drie plaatjes. Dat is dus wel uniek, want daar is er namelijk maar één van.

Bommelgolfballetjes en tees

Hoe ben je daaraan gekomen? Heb je hem gewoon gekocht?
Ja, ik denk dat het ook een keer in de lijst stond van dingen die te koop zijn. Het meeste wat ik heb, daar loop ik tegenaan. Zoals deze doos bijvoorbeeld, met twee boekjes nog en die golfballetjes, die stonden op een veiling, Catawiki, nou, dat sprak mij wel aan, met name ook eigenlijk die golfballetjes, dan heb je twee hobby’s in één. Die kun je volgens mij ook in een Bommelwinkel kopen, hoor. Of nou ja, het is op zo’n Bommeldag geweest.

Stel, ik wil Bommel gaan verzamelen, heb je tips voor beginnende verzamelaars? Waar moet je beginnen en wat ga je doen?
Ten eerste, waarom wil je dat? Omdat je die boeken gelezen hebt en het leuk vindt? Als het goed is, heb je dan namelijk al wat, namelijk die boeken. Ja, als je echt fanatiek Bommeldingen wil verzamelen – Bómmeldingen hè, niet bomméldingen [we lachen] – dan is het heel simpel tegenwoordig, want dan ga je gewoon naar internet en je tikt in “Olivier B Bommel” en je krijgt een schat aan informatie. Dat is wel het makkelijke van internet nu. En dan kom je ook ongetwijfeld de vereniging tegen en de websites van verzamelaars en zo. Dat is gewoon de eerste stap.

Bommel en corona

Er is natuurlijk een aantal platen, ook met spreuken van Bommel die in gelimiteerde uitgaves zijn uitgegeven, vaak gesigneerd. Daar heb ik er een aantal van. Die lijst ik dan in, op museale wijze, dus daar komt museumglas voor, zodat het niet verkleurt, want het hangt hier natuurlijk zo maar midden in de zon. Dat vind ik dus ook heel leuk. Soms zijn er hele eigentijdse dingen bij. Er was er eentje met corona: “Een heer houdt altijd gepaste afstand en bovendien is zo’n mondkapje geen gezicht, zeg nu zelf.”

 

Op maat gemaakt Bommeljasje

Wat is het gekste wat je ooit hebt gedaan voor je verzameling?
Nou, wat dacht je van dit jasje? Dat is op maat gemaakt, want anders pas ik helemaal niks natuurlijk. Maar, dat is een echt Bommeljasje. Het heeft heel veel moeite gekost om die stof te vinden en de afwerking is met fluweel.
Je bent dus echt naar een kleermaker gegaan?
Nou, we hebben een kleermaker die ook mijn Hickorykleding maakt en toen zei ik: ‘Ik wil een Bommeljasje’. En toen zei hij: ‘Ja, nou, dat is wel lastig.’
En dat is een schotse ruit of zo, of is het speciaal voor jou geweven of hoe ben je aan de stof gekomen dan?
Nee, die stof, die heeft die kleermaker gezocht, net zolang totdat hij het vond. Dat heeft best wel lang geduurd, want hij liet een aantal van die stoffen zien, maar dat was het dan weer net niet. Dus ik heb gezegd: ‘Nee, dat is het niet’ en ‘Nee, die ook niet’. We zien best veel Bommeljasjes in verzamelingen, heel veel op zo’n Bommeldag.
Maar dat zijn confectiejasjes?
Geen idee, die zullen ook wel speciaal gemaakt zijn, maar niet op maat of zo, maar bij zo’n gelegenheid trekken ze die om een pop heen of leggen die op een stoel of er loopt iemand mee rond.
Maar die hebben niet die echte gele?
Die hebben niet dit. Dit is echt een uniek jasje, niet alleen omdat het op maat gemaakt is, maar het is helemaal naar de stof van Bommel. Geen zakken erin, want dat heeft Bommel niet. Bommel heeft geen zakken, wel een zak aan de binnenkant, maar dat is weer wat anders.
En dat heeft je natuurlijk ook een fortuin gekost of zullen we het daar niet over hebben?
“Geld speelt geen rol”…

Bommelhanddoek en -douchegel

Is dat ook meteen je mooiste stuk of heb je nog iets anders waar je ontzettend trots op bent?
Mijn mooiste stuk? Dat zou ik niet weten. Ik vind dat cliché een heel mooi ding. Dat grote boek dat je daar hebt zien liggen, over Marten Toonder en de achtergronden. Vind ik ook wel wat. Dan heb ik nog een boek, gesigneerd “van heer tot heer” door de schrijver. Dit jasje met deze stropdas dat ik graag draag als ik naar zo’n Bommeldag ga. Dat zijn ze eigenlijk wel. Als ik wat tegenkom, zoals die prenten, vaak zijn dat limited editions. Staat gezellig.

Heb jij een aparte ruimte waar je dat bewaart, het is gewoon kris kras door je huis?
Kris kras door het huis. Zelfs boven. Bommelhanddoeken en Bommelzeep.

Hou jij orde in je verzameling? Weet je wat je wel en wat je niet hebt? Hou je dat bij?
Ja, in ieder geval de boekjes. Dat doe ik voor mijn hele stripotheek. Ik was laatst met Maria op een Bommeldag en daar zagen we ook van die fantastische dingen liggen en die kon ik niet kopen. Waarom niet? Ik dacht ‘hee, dat herken ik, volgens mij heb ik dat al’. Ik heb heel, heel veel boekjes. Maar ook dat ding dat daar aan de muur hangt, met de verschillende stemmingen van Bommel, hartstikke leuk, dat lag daar ook. Maar ja, die heb ik al.
Als ik wat tegenkom dat ik niet herken, dan weet ik dat onmiddellijk. Maar van die prenten zou ik niet precies kunnen zeggen.

Bommelstemmingen

Hoe belangrijk is die verzameling voor je? Zou je het nooit weg doen?
Hoe bedoel je weg doen? Verkopen als het nodig is of zo?
Ja, of je krijgt brand in je huis en wat dan?
Jaaa, dat zou ik wel heel erg vinden, dat geldt voor meer dingen waar ik gewoon een persoonlijke band mee heb.
Maar het is niet dat je je identiteit haalt uit je verzameling?
Nee. Het is gewoon leuk.
[denkt even na] Misschien vind ik het ook wel meer dan leuk, dat kan ook, maar als het allemaal weg zou zijn bijvoorbeeld door brand, dan zou dat niet een reden voor mij zijn om te zeggen ‘dan stap ik maar uit het leven, nou heeft het leven geen zin meer’. Ik chargeer een beetje. Laat ik het zo zeggen, er zijn ontzettend veel leuke dingen in het leven.
Ik bedoel, ik heb vorig jaar een operatie gehad en ik ben blij dat het allemaal zó goed is gegaan dat ik weer veel meer kan dan ervoor. Heerlijk, dus ik geniet met volle teugen, en van Bommel, en van golf, en van Sinterklaas, en van kerst…
En van Maria…

Stel je moet je testament opmaken, welke bestemming zou je aan je verzameling geven? Zou je die aan een museum doneren?
Dat zou kunnen.

Prent

Of aan een geïnteresseerd familielid?
Wij hebben onze testamenten heel erg zorgvuldig opgesteld, maar het grappige is, nu je dit zo zegt, daarover staat helemaal niks in het testament. Als ik overlijd gaat de inboedel naar Maria, als Maria overlijdt naar mij en als we samen komen te overlijden, waar we natuurlijk naar toe werken, dat dat tegelijk gebeurt, dan gaat het gewoon naar de erfgenamen.
Maar nou je het zo zegt, is het misschien best wel iets om daar wat dieper over na te denken. Want ten eerste vind ik het natuurlijk prettig als die verzameling compleet blijft en niet dat de één een boekje krijgt en de ander een plaatje en zo voorts. Hoewel, als ze dat zouden willen, maakt me dat ook niet uit, maar eigenlijk is het veel leuker om die verzameling compleet te houden. En het zou best wel eens zo kunnen zijn dat het Bommelmuseum interesse heeft. Ik zou me kunnen voorstellen dat dat zo gaat. Dus het is goed dat je het zegt. Gaan we over nadenken.
Er is gelukkig ook nog niemand geweest die zegt ‘o, oom Ferd, als je dood bent wil ik dat wel hebben’. Of ze durven nog niet, of ze zijn ervan overtuigd dat ik nog lang niet dood ga.
Dat laatste klopt natuurlijk.

Conclusie: je verzameling is je liefhebberij en je bent niet zo fanatiek dat je hét stuk van de eeuw moet hebben.
Nee, dat heb ik niet, maar wel wil ik graag mijn verzameling boeken compleet maken en met name die serie witte boekjes van de Bezige Bij.
Dat is een hint voor de Bezige Bij.
Zeer zeker. Maar ook een hint voor Sinterklaas.

Ferd in zijn “Bommelstoel”

Ik ben een beetje door mijn vragen heen. Ik heb geloof ik alles gesteld wat ik wilde stellen. Heb jij nog laatste wijze woorden of wil je nog iets kwijt?
“Zoals mijn goede vader zei…”
Ik zou willen zeggen aan iedereen die dit leest: verdiep je eens in de Bommelverhalen. Want er zit meer achter dan alleen maar een strip van een Bommelfiguur die gered wordt door zijn slimme vriend Tom Poes. Hij komt in allerlei situaties waar we nu nog steeds heel veel van kunnen leren. En elke keer ontaardt zo’n situatie in een ramp, maar komt altijd weer goed. En ik ben dan van de stempel dat ik ook graag een goed einde wil. Maar goed, dat komt misschien door leeftijd…
Maar het is in ieder geval iets wat we moeten herontdekken. Ik denk dat de huidige generatie het stripfiguur wel kent, maar de verhalen daarachter niet. Als die jongelui aan het lezen slaan, zullen ze na een paar bladzijden alweer ophouden. Omdat de taal niet meer de taal van de jeugd van tegenwoordig is. Maar als ze zich iets meer zouden inspannen, dan heb je kans dat er toch een hele wereld voor ze opengaat. Dat ze daar weer nieuwe schatten in kunnen vinden. Ik hoop het van harte.

 

Heb jij nou ook een bijzondere verzameling en wil je er iets over vertellen, neem dan contact op met Sigrid. Ik kom graag bij je langs!

 

© 2020 – 2024 Fantasize & Sigrid Lensink-Damen

You cannot copy content of this page