web analytics
donderdag, oktober 5

Boekbespreking: Het moeras van betekenis en zinloosheid – over Plasmadromen van Paul van Leeuwenkamp

Door Charles van Wettum

Paul van Leeuwenkamp is veelzijdig: academisch bioloog, ICT‘er, auteur van proza en poëzie en taalpromotor. Hij publiceert (naast zijn professionele carrière, of is het andersom?) sinds 1979 verhalen, gedichten en recensies op onder andere het gebied van sciencefiction en fantasy. Daarnaast schrijft hij biografieën en essays, is hij medesamensteller van de jaarlijkse bundel Ganymedes en redactioneel betrokken bij de tijdschriften Fantastische Vertellingen, Schreef en Ballustrada. Een druk baasje!
Zijn sciencefictionverhalenbundel Plasmadromen is in 2007 gepubliceerd bij Verschijnsel. Ik lees hem nu pas (het is 2023), ik ben pas sinds een paar jaar weer in het fantastische genre aan het lezen en ik heb een enorme achterstand. Deze bespreking is onderdeel van mijn inhaalpoging.

Plasmadromen en Charles van Wettum, eigen foto

Taal
Van Leeuwenkamp gebruikt sterk beeldende taal, hij schrijft zinnen en scènes die zich vaak bloesemend ontwikkelen, soms (te) lang doorwoekeren en soms de lezer steeds verder duwen in de koortsige werkelijkheden. Beelden lopen in elkaar over als ijldromen, soms als absurdistische theater, vaak als klassieke film noir vol regenachtige avonden, donkere hoekjes en dreigende schaduwen die zich net zo goed in ons hoofd verschuilen als in de net onzichtbare hoekjes van de werkelijkheid. In die visioenen dwaalt de lezer rond, zoekend naar betekenis van wat hij leest. Het blijft meestal bij de illusie van begrip: zoals in alle goede dromen is de werkelijkheid even massief als mist. Op het moment dat je denkt dat je iets beethebt, ontsnapt het.
Proef ik af en toe effectbejag? De schrijver is meer liefhebber van taal dan verteller van strak gestructureerde verhalen. Het doel van zijn verhalen zijn niet de feiten en de slimme clou, maar de sfeer, de kleur, de geur, de suggestie. Dat mag, het geeft zijn verhalen een kenmerkende touch en het moet gezegd: Van Leeuwenkamp liefhebbert zijn taal uitstekend. Hoewel ik zelf meer van sobere taal en zakelijke formuleringen ben, weet Van Leeuwenkamp me probleemloos mee te nemen in zijn koortsdromen.

Thematiek
De verhalen zijn ongetwijfeld ‘fantastisch’. De locaties zijn ongewone omgevingen met bizarre eigenschappen. Van een postapocalyptisch Utrecht via in magie gedrenkte kastelen en lichtloze werelden tot overvolle sportstadions, bij Van Leeuwenkamp kan alles. Zoals hij het zelf in het titelverhaal omschrijft, leven wij in “de oerzee waarin mogelijkheden verstoppertje spelen met materie”.
De verhalen zijn geen harde sciencefiction – daarin blijft een zekere wetenschappelijke structuur vereist. Dromen daarentegen hebben hun eigen realiteit, geloofwaardigheid is geen enkel moment relevant. Zo zijn ook Van Leeuwenkamps werelden vol duisternis en onheil en magie en noodlot, hun bestaan is geen onderdeel van een systeem maar de definitie ervan.

Onheilspellende voortekenen zijn er volop. Ze komen vanzelfsprekend uit, er wordt heel wat geleden en gestorven. De verhalen leunen af en toe tegen horror aan, maar zijn dat volgens mij toch niet – op het verhaal Thuiskomst na lees ik bij Van Leeuwenkamp niet de daarbij behorende fascinatie voor pijn en bloederige details. Volgens mij zijn de horrorelementen drager voor een diepere vraag.
Heeft de auteur het dan over de strijd tussen goed en kwaad? Ik zie bij Van Leeuwenkamp geen dilemma’s van moraal of ethiek, nauwelijks strijd tegen verleiding, geen mensen die verkeerde keuzes te maken. De verhalen graven dieper, ze gaan over de existentiële laag daaronder: het ontoegankelijke moeras van zinloosheid en betekenis. Wat geeft een keuze eigenlijk betekenis? Hebben beslissingen eigenlijk wel zin? Waarin ligt ten diepste de betekenis of juist zinloosheid van een goede of verkeerde keuze?

De verhalen dagen de lezer uit om in dat moeras na te denken over zichzelf. Er lopen door het moeras geen paden – de enige mogelijkheid is om stap voor stap zonder doel rond te dwalen, bij elke stap zoekend naar vaste grond – die er vaak niet is. Het is niet voor niets dat enkele recensenten Ven Leeuwenkamp een ‘realist’ noemen.

Flitsjes
Bij verzamelbundels bespreek ik graag een paar verhalen die mij opvielen. Hier dus enkele scènes die ik kenmerkend vind voor deze bundel.
Het mysterieuze verhaal Zijn muren, zijn muziek trof me. Het begint met losse flarden van verhalen, ze lijken alle kanten op te dwarrelen in een stikdonkere wereld. Plotseling komen ze door een kleine bries bij elkaar in een bar. De ontmoeting van de verhaallijnen maakt zowel droef om de helaas zo menselijke bron van frustraties, als optimistisch over wat daar nog uit kan voortkomen. Het verhaal is mooi in zijn duistere thema, ik vond het een goed voorbeeld van de ongestructureerde structuur die Van Leeuwenkamp bouwt.

Het verhaal Het gebouw wil ik noemen vanwege de afdronk: wat een geweldige afsluiting vond ik hier! De rustige overweging van de stervende hoofdpersoon die zijn belevenissen naloopt en ze gebruikt om te concluderen dat zijn bestaan betekenis heeft gehad – terwijl er van al zijn overwegingen echt he-le-maal niets klopt! Het doet plaatsvervangend pijn als je het leest, de onzekerheid slaat pas echt toe als de lezer zich realiseert dat hij zelf ook in dit soort denken vastzit. De zinloosheid van zingeving, ik heb er dagen mistroostig over zitten nakauwen. Héérlijk!

Sommige verhalen hinten naar de tijd van hun ontstaan. In De laatste show stortten showmaster Bram Rondspetter, candle lightcoryfee Jan van Geen en de beschrijving van de Lekkere Meiden me meedogenloos in een nostalgische bui. De prachtig beschreven showkitschscènes geven het duivelse verhaal een extra laagje. Ook andere easter eggs in de verhalen waren smakelijk, ik heb niet de illusie dat ik ze allemaal gevonden heb.

Mijn conclusie
Het taalgebruik van Van Leeuwenkamp is als rode wijn: ‘drink (niet in grote hoeveelheden), geniet en waardeer de afdronk’. Laat je meevoeren in de stroom van beelden, laat je inpakken door het spel met de taal, laat je overweldigen door de kleuren en geuren, en vaar dan rustig mee met de woorden in de meanderende verhaallijnen.
De afdronk is de tijd die je aan jezelf geeft om na te denken. Bij verschillende verhalen heb ik met plezier zitten mijmeren. Leidt dat tot conclusies? Nee. Maar dat is het lot van elke droom: bij droomuitleg vind je alleen wat er al in je aanwezig was.
De bundel heeft me aangenaam vermaakt, soms zelfs verrijkt. Dat is een mooi geschenk, ik gun het iedereen. Mijn advies is dus: lezen.

 

© 2020 – 2023 Fantasize & Charles van Wettum

You cannot copy content of this page