web analytics
zaterdag, april 20

Epiek: De Friese boer en de pijp van koning Redbad

Ook de provincie Friesland kent zijn eigen volksverhalen. De sagen, legenden en mythen werden veelal in de Friese taal verteld en zijn in vorige eeuwen uit overlevering bewaard gebleven. Het zijn streekgebonden verhalen met een link naar de geschiedenis van Friesland. Hier belichten we een van deze legenden: ‘ De Friese boer en de pijp van koning Redbad ’. Dit is een verhaal over Feike Feikes en boer Jelles, afkomstig uit de omgeving van Het Bildt, het uiterste noorden van de provincie.

Er was eens een eigenzinnige boer die soms een vreemde en onverwachte kijk op de dag had. De meeste mensen vonden hem nukkig en zijn grillen kwamen voort uit een koppig karakter. Toen zijn oudste dochter de leeftijd kreeg om in het huwelijk te treden, zei hij: “Het moet een man van goede huize zijn, die mijn dochter onder mijn hoede vandaan weet te stelen.” Lies, de dochter in kwestie, was een lief en gemoedelijk meisje. Veel boerenzonen uit de omgeving zouden haar maar wat graag het hof maken. Dat dit nog niet gebeurd was, kwam door de reputatie van haar vader, boer Jelle. Het baarde haar grote zorgen, omdat ze wist dat haar vader haar toekomst zo in de weg stond. Zij hield deze gedachten wijselijk voor haarzelf en was een goede dochter voor haar vader. Maar ondertussen wachtte zij haar tijd af.

Feike Feikes aanzoek

Na een lange poos kwam er toch een boerenzoon zijn geluk beproeven. Zijn naam was Feike Feikes, een flinke, jonge kerel. Zij ging in op zijn avances en Feike Feikes verzamelde al zijn moed en ging naar de boerderij, waar Lies in spanning wachtte. Ze spraken af in de schuur en kregen meteen een onbreekbare band met elkaar. 

Feike Feikes en Lies Jelles zouden voor altijd aan elkaar verbonden zijn. Maar toen kwam boer Jelle de schuur in. Feike groette hem en Jelle zei: “Als ik het bij het rechte eind heb, dan ben jij Feike Feikes?”
“Dat klopt”, zei Feike. “En waarom ben jij hier bij Feike?”, vroeg hij aan zijn dochter. Feike greep het moment aan en vroeg boer Jelle om de hand van zijn dochter. Maar die gaf geen toestemming. Feike vroeg waarom niet. Boer Jelle zette zijn armen op zijn heupen en liet weten dat ieder die zijn dochter tot vrouw wilde maken, eerst een woordje met hem zou moeten spreken.

“Spreek dan maar”, zei Feike. “Hier ben ik”. Boer Jelle knikte en zei dat hij eerst wilde weten, wat deze boerenzoon dan wel waard is. Om dat te bewijzen, gaf hij Feike een lastige opdracht. Feike moest de pijp van koning Redbad gaan halen, zodat boer Jelle die kon roken. Alleen dan zou hij zijn dochter tot vrouw krijgen.

Zoektocht naar koning Redbad

Oudemirdumer-klif (Foto: www.historischgaasterland.nl)

Feike wilde weten wie koning Redbad was en waar hij deze kon vinden. Boer Jelle vertelde dat koning Redbad jaren geleden over het Friese land regeerde en woonde in de koningsstad Stavoren. Van koning Redbad stammen alle echte Friezen af. Redbad was een held en een heiden. Maar toen keizer Karel het Friese volk bekeerde, was het gedaan met koning Redbad. Hij werd verjaagd en vluchtte naar de kliffen van Gaasterland. Daar zwerft hij ’s nachts nog rond en overdag rookt hij zijn pijp in een grot. “Ik zal meteen naar Gaasterland gaan en de pijp zoeken”, nam Feike zich voor. Maar boer Jelle was nog niet uitgesproken. Hij gaf Feike een spreuk mee, om koning Redbad te vinden:

Edele, hoge koning,
Laat mij in uw woning,
Geef mij het teken
Dat ik met koning Redbad mag spreken.

Reis naar Gaasterland

De volgende dag ging Feike naar Gaasterland. Na lang dwalen vond hij een klif. Maar was dit de klif van koning Redbad? Toen zag hij een vos lopen. Feike vroeg de vos of hij wist of dit de klif van koning Redbad was. Maar de vos zei dat hij fout zat. Feike zocht verder en zag na wederom veel dwalen een kraai. Ook aan de kraai vroeg hij of koning Redbad hier woonde. “Nee,” zei de kraai. Weer ging Feike verder op pad, tot hij bij een heuvel kwam waar een grote boom stond. In de boom zat een uil. Feike vroeg opnieuw of koning Redbad hier te vinden was. De uil zei niets, maar knikte. Nu wachtte Feike tot middernacht. Het was aardedonker toen Feike de klif beklom en de spreuk riep.

Meteen na het laatste woord begon de grond onder de voeten van Feike weg te zakken. Dieper en dieper zonk hij en toen hij eindelijk weer vaste grond onder zich voelde, stond hij voor een grote, eikenhouten deur. Hierop stond met krijt geschreven:

KONING REDBAD VAN FRIESLAND

Feike luisterde aan de deur en dacht dat hij wat hoorde. Het was een naargeestig en regelmatig geluid, dat klonk als het snurken van een groot beest. Dat moest koning Redbad zijn, die daar lag te slapen.

De ontmoeting

Feike klopte hard op de deur. Na drie maal opnieuw geklopt te hebben riep een zware stem: “Kom binnen, de koning wacht.” Feike opende de deur en ging naar binnen. Daar zag hij koning Redbad zitten, de vroegere held van Friesland. De koning droeg een lange grijze baard, twee ogen fonkelden nog vol leven. Feike was onder de indruk en verzamelde al zijn moed. “Goedenavond, koning Redbad”, zei Feike. “Ik ben Feike Feikes uit Tilstraburen.” De koning bekeek hem en vroeg wat hij wilde. Feike vertelde dat hij graag de pijp van de koning wilde hebben. Maar koning Redbad vroeg hem wat een pijp dan wel niet was. Zelfs na enige uitleg begreep de koning niet waar Feike het over had en zei dat hij zo’n voorwerp niet in het bezit had.

Feike begreep er niets van en vertelde dat hij gestuurd was door boer Jelle van Tilstraburen, om de pijp te halen. Koning Redbad verklaarde die boer voor gek en vertelde dat hij hier niets anders deed dan ‘s nachts ronddwalen en overdag sliep in dit hol. Daarna vroeg hij waarom zijn pijp dan belangrijk was voor de boer.

Toen vertelde Feike over de opdracht van boer Jelle. Dat hij wilde roken uit de pijp van koning Redbad en dat dat de enige manier was waarop hij zijn dochter ten huwelijk zou schenken aan Feike. De koning moest lachen. “Nu begrijp ik het. Ga terug naar boer Jelle en zeg hem, dat mensen in de tijd van van koning Redbad nog helemaal geen tabak kenden en dus ook geen pijpen rookten”. Feike vroeg of koning Redbad dat voor hem op wilde schrijven, uit angst dat de koppige boer Jelle hem niet zou geloven. Maar ook schrijven kon de koning niet. Dat deden alleen de priesters.

De kroon van koning Redbad

Toen vroeg Feike of hij dan de kroon van de koning mee mocht nemen. Maar dat weigerde koning Redbad. Hij zei dat een koning alles weg kon geven, behalve zijn kroon. Maar omdat de koning Feike wel mocht, gaf hij hem zijn handschoenen mee. Hij vertelde daarbij dat als boer Jelle dat niet genoeg vond, er iets zou gebeuren om het recht te laten zegevieren. Feike vroeg nog wanneer de koning zijn handschoenen terug wilde hebben, maar daar hoefde hij zich geen zorgen om te maken. Die handschoenen zouden vanzelf weer terugkeren bij hun rechtmatige eigenaar.

Feike bedankte de koning en ging met de prachtige handschoenen aan terug naar huis. Hij verliet de kliffen van Gaasterland en reisde weer naar Tilstraburen.

De handschoenen van koning Redbad

Boer Jelle stond Feike al op te wachten toen deze bij de boerderij aankwam. “Nou, en hoe was het met koning Redbad?” vroeg hij lachend. Feike was verbaasd dat hij al zo snel weer thuis was. De heenreis naar de kliffen van Gaasterland had veel langer geleken. Boer Jelle vroeg meteen naar de pijp en Feike vertelde hem dat de koning hem groette, maar dat er geen pijp was, omdat roken toen nog niet de gewoonte was. Boer Jelle geloofde er niets van en wilde weten of Feike dan niet iets anders van de koning mee had gekregen om zijn waarde te bewijzen.

Feike liet vol trots de handschoenen zien en eiste zijn beloning op: “Geef me nu je dochter tot vrouw”. Maar de koppige boer Jelle werd boos en weigerde. Meteen grepen de handschoenen van koning Redbad de verschrikte boer en tilden hem hoog de lucht in. Hoger en hoger steeg boer Jelle en hij hoorde een diepe stem: “Boer Jelle, ik ben de koning van Friesland, ook al woon ik in de kliffen van Gaasterland. Ga jij je belofte nakomen?!” Boer Jelle schreeuwde het uit en beloofde alles te doen wat hij had gezegd. Meteen stond hij weer op de grond. De handschoenen van koning Redbad waren verdwenen. Boer Jelle liet zijn dochter met Feike trouwen, die voor altijd bij elkaar bleven.

(Bron: Friese Volkssprookjes, heruitgave 1973)

En dan nog even dit………

De kliffen in Gaasterland zijn een overblijfsel van de voorlaatste ijstijd. Een enorme ijsmassa uit Scandinavië schoof toen over Nederland. Gletsjertongen duwden zand, leem en stenen voor zich uit en enkele van deze gletsjertongen stopten in Gaasterland en vormden heuvels in het landschap. In de Middeleeuwen sloeg de Zuiderzee stukken van deze heuvels af. Zo ontstonden er kliffen met kale steile hellingen. Er zijn nog drie kliffen over die een bezoek meer dan waard zijn, Oudemirdumer Klif, Mirnser Klif en het Rode Klif.

Radboud (in het Fries Redbad) was koning van de Friezen en leefde tot het jaar 719. Hij stond bekend als een heidense vorst die het christendom niet zag zitten en zelfs vijandig was naar christenen. Over zijn jonge jaren is weinig of niets bekend.  Hij kwam aan de macht rond het jaar 680 en werd gezien als een machtig heerser. Toch raakte hij herhaaldelijk in conflict met het Frankische Rijk en moest dan toch vaak een ondergeschikte rol spelen. Koning Radboud beschikte over grote kwaliteiten maar maakte misbruik van de oorlogsdreiging waarin zijn land verkeerde. Hij beschuldigde onderdanen van landverraad en liet hun bezittingen in beslag nemen. Tegenstanders liet hij gevangen zetten, zo ook de belangrijkste rechter van het land Wurssing, die tot de Friese elite behoorde.  Dit werd niet in dank afgenomen en Wurssing wist op tijd, wellicht met hulp van deze elite, weg te komen. Radboud leed tijdens zijn leven een aantal behoorlijke nederlagen tegen de Frankische Pepijn van Herstal, onder andere in de slag bij Dorestad. Radboud en Pepijn sloten uiteindelijk vrede, waarbij Radboud afstand deed van Fresia citerior, het grondgebied ten zuiden van de Oude Rijn. Maar niet zomaar… onderdeel van de vrede was het sluiten van een huwelijk tussen Pepijns zoon Grimoald en Radbouds dochter Theudesinda. 

You cannot copy content of this page