web analytics
vrijdag, maart 29

Wetenschap en onderzoek: De historische ontwikkeling van het fantasygenre in Nederland – Julian ten Böhmer

© Engin Akyurt via Pexels.com

Redactionele opmerking:
Julian ten Böhmer schreef in 2021 voor de masterstudie Letterkunde aan de Radboud Universiteit Nijmegen de scriptie
De historische ontwikkeling van het fantasygenre in Nederland. Hoe heeft het fantasygenre zich in Nederland ontwikkeld? Hoe is dat gegaan in vergelijking met de Engelstalige traditie? En hoe werd Nederlandstalige fantasy ontvangen door recensenten vroeger en nu?
Wil je de scriptie in zijn geheel lezen? Klik dan op de link onderaan de pagina. Hieronder lees je een samenvatting van zijn werk.

We zijn bij Fantasize zeer geïnteresseerd in onderzoek naar het fantastische genre. Als jij ook je onderzoek bij ons onder de aandacht wilt brengen, stuur dan een mailtje naar redactie@fantasize.nl.

Door Julian ten Böhmer

Waar te beginnen? Wanneer ontstond het fantasygenre nou eigenlijk? In Engeland zijn er twee benaderingen van fantasy geaccepteerd. Aan de ene kant kun je stellen dat fantasy pas bestond toen het genre officieel werd erkend, aan de andere kant kun je zeggen dat fantasy altijd al heeft bestaan. Mythen, sagen, sprookjes: waarom zou je die niet tot de fantasy rekenen? In Nederland wordt alleen de eerste, beperkte benadering gehanteerd. Daardoor bezitten wij een bekrompen visie op de eigen, nationale fantasytraditie. Zo zouden Nederlandse volksverhalen, zoals Van den vos Reynaerde (circa 1265) en de Basilisk van Utrecht (1413) best tot de middeleeuwse fantasy gerekend kunnen worden. En dan blijkt onze fantasytraditie misschien wel groter dan tot nu toe gedacht.

Als we voor dit artikel toch even de beperkte benadering aanhouden, dan ligt het ontstaan van het genre in 1949. Internationaal wordt J.R.R. Tolkien gezien als de revolutionair die vanaf 1954 het fantasygenre het nodige duwtje in de rug gaf om los te komen van het stigma als subgenre van sciencefiction. In Nederland wordt de pioniersrol toegedicht aan Wim Gijsen en Peter Schaap, wanneer het gaat om de eerste fantasyboeken van eigen bodem voor volwassenen. Zij werden echter voorgegaan door schrijvers van jeugdliteratuur, onder andere Tonke Dragt, Paul Biegel en Wil Huygen. Vóór De brief voor de koning in 1962 van Tonke Dragt lijkt er weinig Nederlandse erkenning voor fantasy te zijn geweest.
Na de voorlopers Gijsen en Schaap kregen Nederlandse auteurs steeds meer kansen om geclassificeerde fantasyboeken gepubliceerd te krijgen. Rond 2010 is een explosie van debuutpublicaties zichtbaar en lijkt het genre nationaal wortel te hebben geschoten. De lezers en critici die de fantasy daarvoor nog negeerden, moeten ineens toch reageren; ze kunnen er niet meer omheen. Uitgeverijen zien echter nog steeds minder risico in het uitgeven van vertaalde bestsellers.

Wie bepaalt er eigenlijk de waarde van fantasy? Volgens de Franse socioloog Pierre Bourdieu (1930-2002) hebben teksten helemaal geen inherente waarde en ontstaat waardetoekenning in het sociale proces. Het zijn de spelers in het Nederlandse literaire machtsveld die zeggen of iets waardevol is of niet. De rol van de recensent is dus enorm groot in het bepalen van hoe we tegen fantasy van Nederlandse bodem aankijken.
In de beginjaren valt het op dat fantasy vooral wordt besproken door twee recensenten, namelijk J. A. Dautzenberg in De Volkskrant en D. Scheepstra in Nederlands dagblad: gereformeerd gezinsblad. Het wordt in wat kleinere dagbladen door slechts enkele recensenten besproken en vaak op dezelfde positieve toon. Het fantasygenre lijkt dan nog geen echte status voor zichzelf te hebben veroverd, behalve binnen een geuzenkring van enthousiastelingen.
Tussen 1980 en 1990 is er nauwelijks persaandacht voor Nederlandstalige fantasyboeken. Dat is opmerkelijk, want bij de receptie van Leven en Werken van de Kabouters (1976) van Wil Huygen en Rien Poortvliet wordt er gesproken van een stijgende interesse voor fantasy rond het jaartal 1976. Misschien dat die toegenomen interesse hoofdzakelijk voor het Engelse taalgebied gold.
Vandaag de dag worden fantasyromans nog steeds zelden door de grote kranten besproken en vergaren ze minder officiële erkenning als je het vergelijkt met de jeugdboeken uit de jaren 1960 en 1970. In plaats daarvan heeft het veld van literaire kritiek zich verplaatst naar amateurrecensies op het internet.

Een maatstaf voor waarde die zowel in de beginjaren als nu op het fantasygenre wordt toegepast, is het originaliteitsprincipe. Bij recensies van Gijsen en Schaap worden buitenlandse invloeden, zoals Tolkien en Jack Vance, genoemd als inspiratiebronnen. De Engelstalige fantasytraditie lijkt onlosmakelijk met de origine van de onze verbonden te zijn.
Met een toename van concurrentie na de gouden jaren van Gijsen en Schaap, bevinden schrijvers in 2010 (bijvoorbeeld Adrian Stone) zich al meteen in een periode waarin de Nederlandstalige fantasy met een inhaalslag bezig is. Wanneer een auteur met een boek op de proppen komt, moet het wel vernieuwend zijn! Er is inmiddels sprake van een collectief idee van een traditie, hoogstwaarschijnlijk grotendeels beïnvloed door vertaalde werken uit het buitenland, maar hoe dan ook een maatstaf die nieuwe boeken moesten overtreffen of veranderen.

Nederland had een late start met de erkenning van fantasyboeken in vergelijking met Engeland. Wim Gijsen en Peter Schaap waren de eerste succesvolle Nederlandse auteurs die hun boeken onder de marketingcategorie ‘fantasy’ voor volwassenen verkochten. Zij stonden nagenoeg alleen en werden door de reguliere media serieus genomen. Nu lijkt de situatie zich te hebben omgekeerd: er is een explosieve groei van fantasypublicaties, maar de kranten tonen weinig interesse in het genre. De rol om waarde toe te kennen aan de toestroom van nieuwe boeken in het genre is weggelegd voor de fans.

Julian ten Böhmer, s4807235; Masterscriptie ‘De historische ontwikkeling van het fantasygenre in Nederland’.

* Op verzoek van Julian hebben we op 17-7-2022 een kleine wijziging in de tekst aangebracht.

© 2020 – 2024 Fantasize & Julian ten Böhmer

You cannot copy content of this page