Door Isabelle Plomteux
Vorige week vertelden Martijn Lindeboom en Vamba Sherif hoe de bundel De komeet tot stand kwam en waarom ze het verhaal van W.E.B. Du Bois als uitgangspunt namen, deze keer lichten enkele deelnemende auteurs, namelijk Khadija al Mourabit, Liang de Beer, Rochita Loenen-Ruiz, Roderick Leeuwenhart en weegbree, hun bijdrage toe en delen ze hun visie op speculatieve fictie.
Kan je jezelf even voorstellen?
Khadija: Mijn naam is Khadija al Mourabit. Ik ben filosoof en bestuurslid bij de Society for Women in Philosophy Nederland en Vlaanderen (swip-nl). Daarnaast jurylid van de Hypatiaprijs. Van mijn hand verscheen in 2017 de documentaire Le Voyage de Khadija over onder meer migratie, identiteit, vrouwenrechten en familierelaties.
Liang: Ik ben Liang de Beer, van huis uit historicus, beroepsmatig strategisch adviseur en in de avonduren en weekenden schrijver van non-fictie artikelen, fictie en poëzie. Momenteel werk ik aan mijn debuutroman die in 2024 zal verschijnen bij Uitgeverij Chaos. Het verhaal is een combinatie tussen een historisch verhaal en een Klifi (klimaatfictie).

Weegbree: Ik ben weegbree en ik duik meestal op in door de mens gecreëerde verstoorde habitats. Met mijn reputatie als onkruid worden mijn geneeskrachtige eigenschappen vaak over het hoofd gezien.
Rochita: Ik schrijf speculatieve fictie onder de naam Rochita Loenen-Ruiz. Ik ben geboren in de Filippijnen maar woon nu al meer dan 20 jaar in Nederland. Sinds ik jong was, was ik altijd bezig met schrijven en ik had al wat gepubliceerd in de Filippijnen voordat ik naar Nederland verhuisde. In 2009, ontving ik de Octavia Butler Scholarship Award dat zorgde ervoor dat ik naar Clarion West kon gaan. Clarion West is een workshop voor schrijvers van speculatieve fictie en vindt plaats elk jaar in Seattle.
Roderick: Ik ben Roderick Leeuwenhart, sciencefictionschrijver en liefhebber van ratten. Ik heb de afgelopen jaren twee sciencefictionromans voor een volwassen publiek gepubliceerd: De Heren XVII en Sterrenlichaam. Daarvoor schreef ik de jeugdserie Pindakaas en Sushi, over het groeiende enthousiasme over Japanse popcultuur onder Nederlandse jongeren.
Was je bekend met (Nederlandstalige) speculatieve fictie of was je bijdrage aan De Komeet voor jou een kennismaking met het genre? Zo ja, hoe beviel dit?
Khadija: Ik was al bekend met de speculatieve fictie. Met name veel Engelstalige boeken en verhalen. Wat de Nederlandstalige speculatieve fictie betreft, daar ben ik ooit lang geleden mee in aanraking gekomen door een heel oud kort verhaal uit 1813 van Willem Bilderdijk; Kort verhaal van eene aenmerklijke luchtreis en nieuwe planeetontdekking. Het meest recente Nederlandstalige boek, na De komeet natuurlijk, dat ik heb gelezen stamt ui 2022 en is van Stefanie Hulst; In het hart van de aarde.
Rochita: Ik was al bekend met zowel Nederlandstalige als Engelstalige speculatieve fictie. Ik heb in de jury voor de Paul Harland Awards gezeten en ik heb ook workshops gegeven met Nederlandstalige schrijvers. Mijn verhaal in De Komeet was mijn eerste poging om een Nederlandstalig verhaal te schrijven.
Weegbree: Ja, ik lees al sinds jaren voornamelijk speculatieve fictie (Nederlandstalig, maar vooral Engelstalig) en ben een groot bewonderaar van het sociale, ‘soft’ sciencefictionwerk van o.a. Ursula Le Guin, Octavia Butler en Malka Older. Verder lees ik graag weird fiction zoals Kelly Link en China Miéville om mijn weerstandsvermogen te trainen.
Liang: In Nederland is er natuurlijk te weinig speculatieve fictie, ik had wel de boeken van Chris Polanen, Aafke Romeijn en Ellen de Bruin gelezen. De verhalen in De Komeet hebben mij ook heel erg verrast, hoe bédenk je het dacht ik regelmatig. Ik geloof ook niet dat ik alle verhalen helemaal snap, dus ik moet de bundel nog een keer lezen!
Roderick: Het mag duidelijk zijn dat ik een groot fan ben van sciencefiction en dat is dan ook het genre waar ik het liefst verhalen in schrijf.
Kan je kort vertellen waar jouw verhaal over gaat?
Weegbree: De dans van de Kiezelwieren gaat over eenzaamheid, samenzijn en het vinden van veerkracht om te aarden op een onbekende plek. Hoe kan je je leven steeds weer opnieuw betekenis geven? Misschien zit het antwoord niet in de grote gebaren, maar in onze dagdagelijkse handelingen, het anekdotische: de kleine, meestal onaffe verhalen die ons verbinden en ons onderdeel doen uitmaken van een grotere geheel.
Khadija: Mijn verhaal gaat over een samenleving, in de verre toekomst, op de planeet Proxima. Door de destructie van de aarde, door een komeet, vertrekt een deel van de rijken met een selectie van de bevolking naar een nieuwe planeet. Aan de hand van de hoofdpersoon Aenarr wordt duidelijk dat de rechtvaardige samenleving, die politiek als levenswijze en overtuiging heeft, wellicht toch niet zo rechtvaardig is. Het is sciencefiction-horror met social-fiction elementen een flinke dosis maatschappijkritiek.
Roderick: Mijn verhaal, met de extreem lange titel Wat moeten wij met de wolf & hoe maken wij van hem een Nederlander? gaat over de komst van een wolf op de Veluwe in de nabije toekomst. Hij krijgt direct een geheugenchip geïmplanteerd, zodat hij kan praten met het intelligente schimmelnetwerk onder het natuurgebied én de regels begrijpt. Nederlanders willen de natuur altijd netjes aanharken en controleren, maar de wolf verzet zich tegen deze dwingelandij. Hij betrekt er een dwarse herderin bij en het duurt niet lang voor er bloed vloeit.
Liang: Mijn verhaal De terugkeer van de komeet gaat over een stel van Indische afkomst dat in de nabije toekomst remigreert naar dystopisch Jakarta. Wat gebeurt er als je ‘ga terug naar je eigen land’ in de praktijk brengt? Het verhaal volgt een dag uit het leven van de naamloze ik-persoon die kennismaakt met een vreemd en vertrouwd land, en er dan achterkomt dat ze haar verleden niet kan ontvluchten. Zelfs in een dystopische stad vindt ze uiteindelijk hoop voor de toekomst.
Rochita: Het primaire thema van mijn verhaal gaat over de vraagstuk vergiffenis en herstel. Het is heel makkelijk om te zeggen dat je vergeeft, maar het doen is niet makkelijk vooral als het een onrecht is waarbij recht gedaan moet worden voordat er sprake kan zijn van herstel.
Waarom koos je voor dit onderwerp?
Liang: Een aantal jaar geleden las ik twee krantenartikelen. Het ene artikel ging over Nederlanders met een migratie-achtergrond die terug gaan naar het land van herkomst. Bijvoorbeeld Ethiopische Nederlanders die opeens nieuwe kansen zagen in het thuisland toen het daar veiliger en welvarender werd. Het andere artikel ging over Syrische stellen die na aankomst in Nederland massaal scheiding aanvroegen. Ik vond beide een hele interessante premisse.
Khadija: Ik koos voor dit onderwerp na een een aantal ervaringen met en observaties van uitsluiting, ongelijkheid en onrechtvaardigheid binnen de Amsterdamse politiek. In de periode dat ik als beleidsmedewerker bij GroenLinks Amsterdam werkte heb ik veel meegemaakt en gezien. Dat heb ik als vertrekpunt en basis gebruikt om dit verhaal te schrijven.
Weegbree: Het verhaal is geïnspireerd op de tekst “The Carrier Bag Theory of Fiction” door Ursula Le Guin, dat gaat over het kleine gebaar in verhalen vertellen. Daarnaast is de vraag ‘wat betekent het om ergens thuis te zijn?’ een terugkerende thema in mijn werk.
Roderick: De komst van wolven in Nederland is een geweldig relevant thema, echt iets van nu. We zijn nog lang niet uitgepraat over de rol van dit dier in onze samenleving, dat blijkt wel uit de vele berichtgeving en discussies. Tegelijkertijd past het goed bij het thema van De Komeet. De spanning tussen mensen met verschillende huidskleuren trek ik hierin door naar de spanning tussen verschillende diersoorten. Kunnen we de kloof tussen mens en wolf ooit overbruggen?
Rochita: Voordat ik werd gevraagd om mee te doen aan De Komeet was ik al bezig met de vraag over schuld en vergiffenis. Waarom is vergiffenis belangrijk? Wat doet het met ons als we niet vergeven? Is het terecht om een individu verantwoordelijk te stellen voor een onrecht dat gedaan wordt door het volk van de individu? Waarom is het zo lastig om schuld te bekennen en vergiffenis te vragen? Wat hebben we nodig om herstel te brengen voor zowel degene die geleden heeft als voor de maatschappij? En dan wat doet het eigenlijk met ons en onze relaties als we wegkijken van onrecht. Zo denkend is Hymne van de Overlevers onstaan.
Al schrijvend besefte ik ook dat we vergeven niet zozeer voor de ander doen, maar we vergeven voornamelijk voor onszelf. Het niet kunnen vergeven betekent namelijk dat een stukje bitterheid of boosheid maakt dat we niet volledig van het leven kunnen genieten en het niet kunnen vergeven kan ook een belemmering zijn in het maken en onderhouden van relaties. Aan de andere kant, vind ik het belangrijk dat degene die een onrecht heeft gedaan bereid moet zijn om schuld te bekennen en consequenties te aanvaarden. Alleen dan kan recht gedaan worden en kan er gesproken worden over herstel. De politiek is dol op excuses maken, maar herstel vraagt meer dan excuses. Herstel vraagt dat degene die onrecht heeft gedaan concrete stapjes maakt om verandering te brengen waarbij degene die geleden heeft kans krijgt om te genezen van de wonden van het verleden. Degene die onrecht heeft gedaan kan de condities niet bepalen, maar er moet ruimte komen voor degene die geleden heeft zodat degene die geleden heeft zelf kan bepalen hoe het herstel eruit gaat zien. Ik kan een hele preek hierover schrijven, maar preken vind ik saai. Een verhaal schrijven is veel interessanter voor mijzelf en (ik hoop) voor de lezer.

Vragen speculatieve verhalen volgens jou om een andere manier van schrijven? En daaruit voortvloeiend, om een andere manier van lezen?
Roderick: Ik denk tot op zekere hoogte wel. Het schrijven van sciencefiction vraagt om een wetenschappelijke invalshoek. Het is een bijzonder ideeënrijk genre. Veel research doen dus. Als lezer verwacht ik dingen te lezen die ik nooit eerder zag of bedacht, ik wil graag een ‘MIND BLOWN’-gevoel krijgen.
Khadija: Ja, het schrijven van speculatieve verhalen kan leiden tot een andere manier van schrijven en lezen, omdat deze verhalen zich richten op ideeën die niet noodzakelijkerwijs overeenkomen met de realiteit. Speculatieve verhalen, zoals bijvoorbeeld sciencefiction, fantasy en magisch realisme, stellen schrijvers in staat om hun verbeelding de vrije loop te laten. Te experimenteren met nieuwe concepten en scenario’s die niet beperkt worden door de wetten van de natuur of de beperkingen van de hedendaagse wereld. Hierdoor kan een schrijver experimenteren met verschillende stijlen en verhalen.
Voor lezers kunnen speculatieve verhalen een nieuwe manier van lezen bieden. Waarbij ze worden uitgedaagd om hun verbeeldingskracht te gebruiken en zich open te stellen voor nieuwe ideeën en concepten. Door zich te verplaatsen in een alternatieve/andere werkelijkheid, kunnen lezers ook nieuwe perspectieven ontdekken.
Al met al kunnen speculatieve verhalen een uitdagende en verrijkende ervaring bieden voor zowel schrijvers als lezers, waarbij de verbeelding en creativiteit centraal staan.
Liang: Ik vind van niet. Uiteindelijk draait het om een goed verhaal dat goed opgeschreven is. Ik zou iedereen aanraden om in allerlei genres te lezen. Daarbij is het de nobele taak van auteurs van speculatieve fictie om ambassadeur van het genre te zijn: het is niet eng of moeilijk. Het genre zelf is natuurlijk ook heel divers, voor ieder wat wils.
Weegbree: Ik weet niet of het om een andere manier van schrijven vraagt of om een andere manier van lezen. Voor mij betekent het schrijven van een speculatief verhaal zonder angst in een onbekende wereld stappen, een wereld waar ik me toe moet verhouden en die me dwingt om mijn eigen ideeën en aannames over de tijd waarin ik leef te herkennen en aan te scherpen.
Rochita: Het schrijven van fictie is zowieso anders vergeleken met het schrijven van een actuele rapportage of een nieuwsartikel. Naar mijn ervaring is er niet zoveel verschil tussen het schrijven van verschillende ficties. Het bouwen van een omgeving of een wereld waarin het verhaal afspeelt, het schepen van geloofwaardige personages, het overbrengen van een gevoel en het gebruik van de taal zijn belangrijk in het creeeren van een verhaal dat blijft bij de lezer. Ik verbaas me steeds dat mensen denken dat je diverse genres op diverse manieren moet lezen. Ik ben benieuwd of dat komt doordat ze zijn opgegroeid met de luxe dat je kan kiezen uit zoveel boeken. Ik ben opgegroeid in de bergen waar we een karrig bibliotheek hadden en we lazen alles wat er te lezen was, of het over het leven van zendelingen was of over het leven van de heiligen of het was Shakespeare of Tolkien of een verhaal over een stukje geschiedenis. Mijn zus en ik vochten soms om de boeken die beschikbaar waren. Wie kon wat als eerste lezen. En als we even zonder nieuwe leesvoer zaten gingen we gewoon voortborduren over de verhalen die we al gelezen hadden. Nu dat ik er aan denk, besef ik dat dat heeft bijgedragen aan waarom ik uiteindelijk schrijfster ben geworden.
Wat is volgens jou de kracht van speculatieve fictie?
Khadija: De kracht van speculatieve fictie ligt in het feit dat het ons kan helpen onze eigen beperkingen/beperkte manier van denken te doorbreken, ons bewust te maken van de complexiteit van de wereld om ons heen en ons te helpen in te leven in anderen.
Rochita: Wat ik het mooiste vind aan speculatieve fictie is hoe het ons de ruimte geeft om maatschappelijke vragen op een speelse manier te benaderen. Het hoeft niet altijd zo zwaar of zo serieus te zijn. Als een lezer zich identificeert met een personage, kan het ertoe leiden dat de lezer zelf een bepaald inzicht krijgt over situaties waarin het personage zich bevindt. Hoe zou dat kunnen zijn in de echte wereld? Hoe zou ik dat oplossen als ik dat personage was? Kan onze maatschappij functioneren op een andere manier dan hoe we gewend zijn? Speculatieve fictie kan ons entertainen en het kan onze denkwereld rijker en ruimer maken. Het kan ook ervoor zorgen dat we even kunnen dromen over een andere wereld waar het anders is, misschien beter, misschien wat avontuurlijker, wat speelser of wat vrijer. Dat kan allemaal in speculatieve fictie.
Weegbree: Allereerst kan sciencefiction een plek creëren om thuis te komen: een plek die misschien nu nog niet bestaat, maar die wel troost kan bieden in het nu. Daarnaast zijn heel veel onzekerheden in onze wereld, en speculatieve fictie kan ons handvaten bieden om daarmee om te gaan. Het is mijns inziens het perfecte genre om onze verbeeldingskracht en flexibiliteit in anders denken te trainen. Vaak heeft het sciencefictiongenre zich gericht op de relatie van mens en technologie en dat heeft mede bepaald hoe onze wereld er nu uitziet. Wat er in de komende dagen, weken, jaren op aarde gebeurt, zal deels afhangen van onze eigen vindingrijkheid: bijvoorbeeld het vermogen om andere, mogelijke relaties voor te stellen met niet-menselijke levensvormen. Door meer samenwerkende toekomsten te beschrijven, en zowel ons idee van het ‘zelf’, als onze positie binnen een grotere planetaire cultuur opnieuw vorm te geven, kan SF een belangrijke bijdrage leveren aan een zo noodzakelijke systeem-verandering.
Roderick: Het wakkert de verbeelding aan. Je leest over dingen die je nergens anders te horen krijgt. Het verruimt je denkkader. Hierdoor kun je hoop en inspiratie krijgen voor de toekomst.
Liang: In een goed speculatief verhaal zitten meerdere lagen en interpretaties, nog meer dan in een ‘gewone roman’. Laatst las ik voor het eerst The Left Hand of Darkness van Ursula Le Guin. Ik had meteen zin om het weer opnieuw te lezen en volgend jaar weer. Omdat ik zeker weet dat ik dan weer iets nieuws ga ontdekken.
© 2020 – 2023 Fantasize & Isabelle Plomteux