web analytics
donderdag, maart 28

Interview: Drie vragen aan zes Harland Awards-winnaars

Door Isabelle Plomteux

Vanaf 16 september tot en met 2 oktober 2022 kun je weer een verhaal insturen voor de Harland Awards-verhalenwedstrijd, de langst lopende en grootste schrijfwedstrijd voor speculatieve verhalen in de Lage Landen. Een mooi moment, leek me, om met zes winnaars van vorige edities in gesprek te gaan. Sommigen onder hen wonnen zelfs twee keer. Hoe pakten zij dat aan?
Dat lees je in een mega-interview met Sophia Drenth (winnaar 1999), Christien Boomsma (2004 en 2006), Boukje Balder (2008 en 2011), Erik Betten (2010), Roderick Leeuwenhart (2016) en Rob Geukens (2017). Achteraan het interview vind je meer info over elke auteur en over de wedstrijd zelf. Meedoen met de huidige editie kan nog steeds!

Allereerst, waar ging je winnende verhaal over? Tot welk genre behoort het?
Boukje Balder: Mijn eerste winnende verhaal (Je-weet-wel Sater) ging over een chemisch gecastreerde sater op zoek naar liefde, die ondertussen verwikkeld raakt in een kunst-heist. Het fantasygenre dus. Het speelde in het heden, maar wel een wereld waarin je allerlei fantastische wezens zoals lamias en najaden gewoon op straat tegen kon komen. Het tweede winnende verhaal (Cirque des Etoiles) was sciencefiction. De hoofdpersoon werkte bij een kwakkelend ruimtecircus op zoek naar klanten en inkomsten. Haar inzicht in wat de potentiële (alien) klanten echt interesseert weet op het laatste nippertje het circus te redden van de ondergang.
Sophia Drenth: Mijn winnende verhaal – dit kan voor sommige mensen een shock zijn – was een vampierverhaal, met de titel Een vleugje eeuwigheid. Het was het eerste vampierverhaal dat ik ooit schreef. Het draait om de wederwaardigheden van meesterparfumeur Don Laco. Hij krijgt bezoek van een wel heel ongebruikelijke klant die hem het eeuwige leven aanbiedt in ruil voor een bijzonder parfum. Het genre was het genre dat ik nog steeds graag schrijf: historisch (in dit geval de pruikentijd) met een speculatieve twist.
Roderick Leeuwenhart: Sterrenlichaam is een sciencefictionverhaal met horrorinvloeden. Het gaat over een groep mijnwerkers die binnendringt in een reusachtig buitenaards lijk dat door de ruimte zweeft. Ze willen de kostbare sappen en materialen delven die hier zijn, maar er gebeurt een catastrofaal ongeluk en de hele boel stort in. Dan begint een claustrofobische vlucht door het lichaam om te overleven, waarbij waanzin en paranoia ze op de hielen zit. We volgen het verhaal door de ogen van exobiologe Joan, die zo haar eigen redenen heeft om het sterrenlichaam te betreden…
Christien Boomsma: Ook ik heb de Harland Awards twee keer gewonnen, net als Boukje. Mijn eerste winnende verhaal (Het wrede pad) was een fantasyverhaal over een jonge courtisane. Haar leven draait om haar schoonheid en als ze de eerste tekenen van het ouder worden bij zichzelf opmerkt, probeert ze dat via verboden toverij tegen te gaan. Uiteindelijk gaat het verhaal over het accepteren van ouder worden en de schoonheidscultus. Het tweede (De voet van de stamper) is opnieuw een fantasyverhaal. Dit gaat over een wereld die zo hard is dat de dood gezien wordt als de ultieme zegening. De hoofdpersoon is een jonge priesteres die erachter komt dat niet iedereen dat zo ziet. Zij moet uiteindelijk accepteren dat haar wereldbeeld niet per definitie de juiste is.
Erik Betten: Mijn verhaal, Echte liefde, was een horrorverhaal waarin een jonge vrouw een imaginaire vriend verzint om opdringerige mannen op een afstand te houden. Dat werkt, totdat blijkt dat die imaginaire man zo realistisch wordt dat hij kan ingrijpen in de echte wereld. En het enige wat hij wil, is al haar wensen in vervulling brengen. Met fatale gevolgen.
Rob Geukens: Mijn winnende verhaal heet Play it (again). Het gaat over een jonge vader die verteerd wordt door verdriet en schuldgevoel, nadat hij zijn zoontje heeft verloren. Hij gaat op zoek naar het vermiste kind, maar duikt steeds meer onder in een eigen wereld waarin het drama nooit is gebeurd. Op een dag vindt hij op een vlooienmarkt een projector en enkele oude Super 8-films, waarin hij zijn zoontje denkt te herkennen. Het verhaal behoort tot het magisch realisme en wie het graag wil lezen, kan het vinden in de bundel Ganymedes 19.

Wat heeft de Harland Awards voor jou als auteur betekend?
Rob: Dat vind ik moeilijk om in te schatten. Het is leuk om ‘winnaar van…’ op je schrijvers-cv te kunnen vermelden, maar ik heb geen idee of die melding nieuwe deuren voor mij heeft geopend.
Boukje: Heel veel! Een prikkel om een verhaal te schrijven, sowieso. De introductie in het Nederlandse sciencefiction- en fantasywereldje, waarvan ik niet eens wist dat het bestond. Omdat ik won, een reden om mezelf serieus te nemen als schrijver en er meer tijd in te stoppen om mijn vaardigheden te ontwikkelen en mijn ambities op te rekken tot publicatie in het Engels.
Erik: Nadat ik als twintiger een valse literaire start maakte bij Querido, verloor ik een tijd lang het plezier in het schrijven. Lezen bleef ik wel en daar hoorde zeker ook fantasy bij. Door de Harland Awards werd ik geprikkeld om weer te beginnen met schrijven. Competitie, speculatieve verhalen en nuttige feedback, dat was precies wat mijn wat lui geworden schrijversbrein nodig had.
Rob: Ja, ik vind het ook een groot pluspunt dat de Harland Awards steeds een juryrapport aflevert, waar je feedback op je verhaal kan lezen. Dat is altijd even slikken, maar zo leer je wel veel over hoe je verhaal is overgekomen bij de juryleden.
Roderick: Voor mij was het betekenisvol als bevestiging dat ik ook daadwerkelijk iets kón op het gebied van schrijven.
Sophia: Toen ik in 1999 de prijs won, toen nog Millennium Prijs geheten, was er nog geen sprake van tamtam via social media. Een artikeltje in Holland SF over de uitslag en dat was het wel weer. Het was vooral een kwestie van een persoonlijke prestatie, net als wat Roderick zegt. Voor mij was het de eerste schrijfwedstrijd die ik won.
Christien: De Harland Awards zijn voor mij de springplank geweest naar het schrijverschap. De eerste keer dat ik meedeed, was dat om te peilen of mijn schrijfsels überhaupt iets voorstelden. Toen ik in één keer bij de eerste tien eindigde, gaf dat een behoorlijke boost. Daarna heb ik workshops gevolgd bij Paul Harland zelf.
Roderick: Ja, vóór het winnen van deze prijs had ik de boekenreeks Pindakaas en sushi zelf uitgegeven, en hoewel die goede reacties kreeg, blijft als ‘selfpubber’ altijd de twijfel of je het wel kunt. Iedereen kan tenslotte zelf iets uitgeven. Daarom was het winnen van de Harland Awards in 2016 zo belangrijk voor me. Er zit bij zo’n wedstrijd altijd een element van geluk (je moet maar net aansluiting vinden bij de onvoorspelbare nukken van de jury), maar toch. Daarnaast heeft het in praktische zin mij naam wat meer gevestigd in ‘het wereldje’, waardoor ik makkelijker in gesprek raakte met uitgevers en redacteurs. Net als Boukje.
Christien: Ik dacht altijd, winnen dat was iets voor de verre toekomst. Ooit. Misschien. Maar toen dat gebeurde in 2004 en daarna wéér in 2006, begon ik te geloven dat ik misschien wel talent had ook. Bovendien kreeg ik daarna een telefoontje van mijn uitgever bij De Vier Windstreken, die interesse had in mijn jeugdboeken. Maar de Harland Awards – en de vaak snoeiharde kritiek in de juryrapporten – hebben me enorm veel gebracht.
Rob: Wanneer je beter scoort dan het voorgaande jaar, kan je een tijdje de illusie koesteren dat je een betere schrijver bent geworden, maar het is best mogelijk dat je het volgende jaar weer minder hoog eindigt in de rangschikking. Dat was zeker mijn ervaring: mijn ranking doorheen de jaren heeft de vorm van een soort achtbaan. De winst in 2017 bleek dus geen garantie op blijvend succes. Ik blijf graag nieuwe dingen uitproberen, en soms slaan die beter aan, soms wat minder. De Harland Awards biedt wat dat betreft een goed klankbord, waar ik waardevolle feedback uit haal.
Sophia: Toen ik won, was het de eerste keer dat ik het gevoel kreeg dat ook het schrijven van korte verhalen mij goed afgaat. Ik ben nog steeds blij dat ik zowel kort als lang kan schrijven. Dat heeft mij als schrijver een stuk veelzijdiger gemaakt.
Erik: Het winnen van de prijs in 2011 gaf me het zelfvertrouwen om structureel meer tijd vrij te maken voor het schrijven van (speculatieve) fictie, en zonder die aanmoediging denk ik dat het een stuk langer had geduurd voor ik mijn eerste boek had uitgebracht.

© Ann H, via Pexels

Heb je tips voor de huidige deelnemers? Waar moeten ze op letten als ze hoog willen eindigen?
Boukje: Ze moeten vooral veel lezen in het veld, zodat ze niet met een of ander standaard idee komen. De eerste ideeën van beginners zijn niet altijd heel vernieuwend. Laat ze mensen zoeken die mee willen lezen en commentaar geven, en laat ze voor dat commentaar openstaan, ook als het niet positief is. Schrijven is een vak, het kost tijd om je vaardigheden te ontwikkelen. Neem die tijd.
Roderick: De schrijftips stapelen zich op tot in de hoge hemel. Uiteindelijk gaat het erom een ijzersterk verhaal te schrijven en daar komt ook ervaring en belezenheid bij kijken. In de jury zitten vaak ouwe rotten en mensen die heel goed weten wat er allemaal gebeurt in het genre. Dan valt het toch op dat er vaak verhalen komen met premissen die niet bijster origineel zijn. Een goede algemene tip: lees alles wat los en vast zit, vooral in je genre, zodat je weet wat al duizendmaal is gedaan en je met iets fris kunt komen. Of op zijn minst een frisse twist op iets wat al bestaat. Daar gaan je kansen op vooruit.
Christien: Zoek kritiek! Laat jouw werk aan mensen lezen, van wie je weet dat ze niet snel tevreden zijn. Je hebt niets aan iemand die zegt dat je verhaal zo goed/mooi/meeslepend enz. is. Het is nooit perfect. Sowieso is de kans dat je de nieuwe Neil Gaiman bent vrij klein. Kortom: ga ervan uit dat je verhaal beter kan en moet. Sta open voor mensen die je kunnen vertellen waar de zwakke plekken zitten. En luister! Kritiek krijgen is nooit leuk, maar broodnodig om een écht goede schrijver te worden.
Rob: Omdat ik soms laag, soms hoog eindigde, heb ik geen idee van de factoren die tot succes of falen leiden voor de Harland Awards. Je moet natuurlijk een goed verhaal schrijven. Daar begint het mee, en als je dat lukt, mag je al heel tevreden zijn, ongeacht hoe hoog het eindigt in de wedstrijd. Soms heb je pech dat iets in je verhaal niet in de smaak valt bij de selectiejury, soms raak je net een gevoelige snaar bij iemand en krijg je een hoge score. Dat heb je niet in de hand. Mijn winnende verhaal bij Harland Awards raakte bijvoorbeeld niet door de voorselectie van een andere wedstrijd, met als commentaar dat er te weinig fantastische elementen in zouden zitten. Richt je dus niet te veel op hoe het verhaal ontvangen wordt, maar op het plezier van het schrijven zelf. Heb je een verhaal waar je zelf trots op bent, dan maakt externe validering minder uit. Het behouden van plezier in het proces is voor mij in ieder geval belangrijker geworden.
Sophia: Om hoog te eindigen moet je de lat hoog leggen. Neem geen genoegen met een goed verhaal. Schrijf het beste verhaal dat je in je hebt. Ploeter niet alleen, maar zoek proeflezers. Een schrijfclubje is hier handig voor. Niet alleen vanuit het oogpunt van het schrijven zelf, maar vooral ook als steun om elkaar een schop onder de kont te geven wanneer nodig. Bij de ambitie om te winnen hoort de ambitie om jezelf te willen verbeteren. Uiteindelijk is een verhaal niet meer dan een verzameling woorden. Hup, omgooien die handel als het verhaal daarvan opknapt. En last but not least: het verhaal hardop aan jezelf voorlezen is een goede methode om wringpunten op te sporen.
Erik: Mijn ervaring als deelnemer en jurylid heeft me geleerd dat je met een deugdelijke verhaalstructuur al snel boven komt drijven. Een grote valkuil voor met name de fantasyschrijvers is om je zo te verliezen in wereldbouw dat je je personages reduceert tot reisleiders langs de coolste plekken die je bedacht hebt, met je plot als wandelroute. Als je een idee hebt, doe dan een stap terug en stel jezelf de vraag wat je verhaal nog boeiend maakt als je alle decor verwijdert. Kies een solide en afgerond personage, geef haar of hem een probleem en verras ons met de ontknoping. En heb je onderweg maar een glimp kunnen tonen van die ongelofelijk mooie wereld die je hebt bedacht? Schrijf dan gewoon nog een verhaal. En nog één. En nog één.

Bedankt voor jullie antwoorden!

Info over de auteurs

Sophia Drenth

Sophia Drenth schrijft sinds haar zestiende. Toen ontdekte ze Engelstalige fantasy en in het bijzonder de boeken over Elric of Melniboné van Michael Moorcock. Ze herkende zichzelf in de ziek, zwak en misselijke protagonist en besloot dat ze dat ook wilde: fantasy schrijven waarin mensen zichzelf kunnen herkennen. Nu, vele jaren later, heeft ze haar reeks Bloedwetten voltooid, een klus die haar langer dan acht jaar heeft beziggehouden. Voor Hamley Books schrijft ze griezelig spannende jeugdboeken met een humoristische twist over een jonge vampier met een nare bloedallergie. Kijk voor meer informatie op haar website.

 

 

Christien Boomsma

Christien Boomsma is schrijver, journalist en verhalenjager. Schrijven heeft haar altijd in het bloed gezeten. Ze heeft nog een schrift waarin ze miniverhaaltjes schreef, toen ze zes jaar oud was. Dat ze schrijver wilde worden, wist ze als kind al. Alleen ging ze ervan uit dat de kans dat dat zou lukken waarschijnlijk erg klein was. Dus ging ze geschiedenis studeren en werd ze journalist. Creatief schrijven deed ze aanvankelijk alleen in de vakanties. Fantasy is altijd haar ‘ding’ geweest – vanaf het moment dat haar moeder De Hobbit voorlas. Daarnaast vindt ze het heerlijk om haar liefde voor geschiedenis een plek te geven. Voor meer informatie, zie haar schrijverswebsite.

 

 

Boukje Balder

Boukje Balder is tweevoudig winnares van de Paul Harlandprijs (2008 en 2011). Tegenwoordig is ze ook in het buitenland succesvol met korte verhalen, gepubliceerd in gerenommeerde Amerikaanse tijdschriften als Magazine for Fantasy en Science Fiction, Clarkesworld en Analog. Ook heeft ze twee romans gepubliceerd, één in het Nederlands (Dochter van de djinn) en één bij een Amerikaanse uitgever (The Wan). Zie ook: Bo writes and writes and writes.

 

 

Erik Betten

Erik Betten schrijft fictie en non-fictie, won in 2010 de Harland Awards en won in 2018 de Schaduwprijs voor het beste debuut van het jaar met zijn thriller Quarantaine. Bekijk ook zijn website: erikbetten.nl. Nevenstaande foto is gemaakt door Irene Oostveen.

 

 

 

 

Roderick Leeuwenhart

Roderick Leeuwenhart is schrijver van sciencefiction en in zijn verhalen komt bijna altijd wel iets uit Japan en Oost-Azië voor. Sterrenlichaam, het winnende verhaal van 2016, komt in oktober 2022 in romanvorm uit bij Iceberg Books en in 2023 is het in China verkrijgbaar. Daarnaast heeft hij vorig jaar ook de militair-politieke sciencefictionroman De heren XVII geschreven, die door Quasis is uitgegeven in hun Zwijgende Aarde-reeks. Korte verhalen schrijft Roderick ook. Meer informatie kun je vinden op zijn website.

 

 

Rob Geukens

Rob Geukens schrijft verhalen in het fantastische genre en kinder- en jeugdboeken met (vaak) een fantastisch element erin. Zijn verhalen zijn te lezen in tijdschriften zoals Fantastische Vertellingen of bundels zoals Ganymedes, EdgeZero of bundels gelinkt aan wedstrijden. Hij won de Harland Verhalenprijs in 2017. Een volledig overzicht van zijn werk kan je vinden op zijn website, waar hij ook een schrijfbibliotheek opbouwt en een onregelmatige blog.

 

 

 

Over de wedstrijd
De Harland Awards-schrijfwedstrijd richt zich tot zowel nieuwe auteurs, ervaren schrijvers die eens een ander genre willen proberen en de veteranen van het fantastische genre. De enige beperkingen zijn jouw fantasie en schrijfvaardigheid.
Naast de hoofdcategorieën fantasy, sciencefiction, horror en magisch realisme kun je bijvoorbeeld denken aan climate fiction, grimdark fantasy, dystopische fictie, humoristische SF of fantasy, psychologische horror, post-cyberpunk, weird fiction, historische fantasy, alternatieve historie, (post) apocalyptische fictie, steampunk of urban fantasy.

Maar ook als je niet weet in welk subgenre jouw fantastische verhaal valt, ben je van harte welkom om mee te doen. Zorg er voor dat je als auteur een goed beeld hebt van wat al bestaat, welke clichés en valkuilen je moet vermijden en schrijf je allerbeste verhaal. Of twee. Het is toegestaan om samen met anderen een verhaal te schrijven.

De Harland Awards is een gejureerde schrijfwedstrijd met feedback voor alle deelnemers, een geldprijs en eeuwige roem voor de winnaar. Als bonus worden de vijf beste verhalen in een Hebban e-book gepubliceerd en worden de winnende auteurs in een artikel gepromoot richting zo’n kwart miljoen Hebban-leden. Inzenden kan vanaf 16 september tot en met zondag 2 oktober. Meer details kan je vinden op: https://www.hebban.nl/harland-awards (o.a. voorwaarden, alle winnaars, meerdere downloads van topverhalen). Veel succes!

 

© 2020 – 2024 Fantasize & Isabelle Plomteux

You cannot copy content of this page