web analytics
vrijdag, april 19

Filmrecensie: Lamb

Door Zadok Samson

Maria (Noomi Rapace) en Ingvar (Hilmir Snær Guðnason) runnen samen een boerderij. Ze wonen in de bergen, met alleen hun schapen als gezelschap. Als op goede dag één van die schapen lammert, staat het koppel een bizarre verrassing te wachten. Wat precies? De trailer hint er al naar. Alleen heb ik die beelden totaal verkeerd geïnterpreteerd. Ik dacht dat Lamb zou spelen met realiteit en fantasie, de kijker uitnodigt in een wereld waar niets is wat het lijkt. Op zich klopt dat ook. Maar de beelden van de trailer zijn veel letterlijk dan ik dacht.
Opgepast: deze bespreking bevat spoilers.

Dat ene lammetje, direct na de geboorte door Maria in een dekentje gewikkeld en meegenomen, is namelijk niet zomaar een lammetje. Alleen haar kop is dat van een schaap. Verder heeft deze hybride, door Maria en Ingvar gedoopt tot “Ada”, het lichaam van een mens. Ik dacht dat Maria en Ingvar het verdriet om hun overleden kindje op het lammetje projecteerden, dat de centaurverschijning alleen in hun verbeelding bestond. Nee dus. Voor regisseur Valdimar Jóhannsson is dit echt. De schapenopstand, wat eveneens in de trailer wordt aangestipt, moet dientengevolge ook als letterlijk worden opgevat.

Still uit de film Lamb

In Lamb worden deze wandelende wolbollen niet als dommige, volgzame dieren neergezet. Jóhannsson houdt de camera zo dat de boerderijbeesten op ooghoogte komen en laat ze met hun glanzende, zwarte ogen in de lens kijken. Alsof ze direct naar het publiek staren. Als het schaap haar kind verliest aan een mens, voelt het des te meer als een moeder wier baby is ontvoerd. En daar gaat deze moeder echt niet mee akkoord. Terwijl Maria haar surrogaatdochter voedt en baddert, klinkt van buiten het wanhopige geblaat van de biologische moeder.
Tussen de twee moeders ontstaat een psychologische oorlogsvoering. Maria brult tegen het schaap dat het weg moet wezen. Daar wil het arme dier niets van weten. Logisch. Zij wil haar kind terug. De strijd culmineert in een merkwaardig hartverscheurende scène, waarin Maria het schaap doodschiet. In een andere context zou het gewoon een doodgeschoten schaap zijn geweest. In Lamb is het de echte moeder van Ada die wordt afgeknald. Hoe gruwelijk is dit voor het halfmensje? Hoe harteloos en egocentrisch is Maria door deze koelbloedige daad?
Jóhannsson voegt nog meer spanning toe in de gedaante van Ingvars zwervende broer Pétur (Björn Hlynur Haraldsson). Hij staat wel even te kijken van wat het koppel in huis heeft gehaald. Ada is een beest, geen mens. Hoe kunnen Ingvar en Maria daar hun kind in zien? Volgens Ingvar zijn zij gelukkig, met zijn drieën. Waarom kan Pétur dat niet accepteren?

Deze oproep tot tolerantie komt tot uiting in de scène waarin Pétur Ada naar buiten meeneemt en een geweer op haar richt. In zijn ogen is en blijft zij een fout van de natuur, iets wat niet op deze wereld hoort. Maar hoe langer hij in die schapenogen kijkt, hoe meer zijn handen gaan beven. Hij kan het niet. Ook de boerse Pétur is in de ban van het halfmensje gekomen. Welk recht heeft hij om haar dood te schieten? Wat kan zij doen aan de merkwaardige situatie?

Voor mij is bij dit soort films het einde van groot belang. Het slot dient als een soort clou, het moment waarin de regisseur zijn publiek opzadelt met veel frustrerende vragen, of met een bevredigende conclusie komt die genoeg ruimte laat voor interpretatie. Het is zo makkelijk om af te ronden met een “jullie mogen het zelf uitzoeken”, in plaats van het “jullie mogen het zelf uitzoeken, maar ik geef wél deze stukjes”. In dit geval geldt het tweede. Het slot is dramatisch, verbijsterend en kloppend.
Lamb is niet het bizarre symbolische drama dat ik verwachtte, maar een broeierig horrorsprookje dat zich afspeelt op een boerderij. Vooralsnog één van de betere films van het jaar.

 

Deze recensie verscheen eerder op FilmBekeken.

 

© 2020 – 2024 Fantasize & Zadok Samson

You cannot copy content of this page