web analytics
vrijdag, maart 29

Boekbespreking: Tijdprotocol 4.16 van Michiel Richards – Gedachtestromen van twee zoekenden

Door Charles van Wettum

Charles met de digitale versie van Tijdprotocol 4.16, eigen foto

Michiel Richards’ sciencefictionboek Tijdprotocol 4.16 is zijn derde boek. Het is gebaseerd op een kort verhaal dat verscheen in de verzamelbundel Zonderlingen van Godijn Publishing in 2020. Richards (1971) is een Nederlandse schrijver, hij schreef o.a. scenario’s voor televisieseries en soaps en een tiental boeken, waaronder enkele titels in de fantastiek.

Twee werelden
De maatschappij is opgedeeld in twee totaal verschillende werelden: een binnenwereld en een buitenwereld. Het is in de sciencefiction een oud idee met eindeloos veel voorbeelden: liefhebbers denken direct aan HG Wells’ De tijdmachine, recent voorbeeld is De groene toren van Johan Klein Haneveld. Tegelijk is het een idee dat een vruchtbare mogelijkheid biedt om grenzen van begrijpen te verkennen. Dat is precies wat dit boek doet.

In de ‘binnenwereld’ worden de bewoners geleid door tijdprotocollen – een systeem van planning met hersenprogrammering waarin ze zonder weten of willen bijdragen aan het functioneren van hun maatschappij. Het systeem is egalitair, voor de bewoners wordt perfect gezorgd. Het leven van de bewoners gaat voorbij zonder persoonlijkheid, zonder naam of geschiedenis, zonder dilemma’s, zonder frustratie, zonder tekorten, zonder ervaring van identiteit of tijd, zonder keuzeruimte en zonder vernieuwende ervaringen.
In de ‘buitenwereld’ lijkt de wereld op een jaren 50-maatschappij, uitgebreid met wat technologische snufjes. De samenleving is hard kapitalistisch, steden lijken op getto’s, misdaad gedijt op elke straathoek, de sterksten overleven en de rest leeft in diepe armoede. Er heeft zich in de buitenwereld een groepering van mensen ontwikkeld die het op zich nemen om binnenwerelders te bevrijden uit wat zij zien als slavernij.

Mooi in het eerste deel van het boek vond ik de beschrijving hoe een maatschappij zonder identiteiten georganiseerd kan worden. Het is origineel, creatief beschreven – het is duidelijk dat de schrijver veel plezier heeft gehad bij het bedenken ervan.

Twee hoofdpersonen
We lezen de ervaringen en overwegingen van de twee hoofdpersonen. Ze zijn beiden binnenwerelders. De man is binnen gekweekt, de vrouw is afkomstig uit een lange diepvriesslaap. De vrouw is minder diepgaand aangepast, ze heeft daardoor de neiging grenzen op te zoeken en trekt daarmee de man uit zijn evenwicht. Afwisselend lezen we een hoofdstuk in de ik-vorm met hun gedachtestroom.
Ze ontmoeten elkaar in de binnenwereld, ze gaan elkaar Adam en Eva noemen. Dat is hun eerste inbreuk op de protocollen, langzaam weken ze zich los van de automatismen die het binnenleven domineren. Ze worden door een bevrijdingsactie van buitenwerelders weggerukt uit hun dagelijks leven en gaan functioneren op de grens tussen de twee werelden.

Terwijl ze de buitenwereld leren kennen, proberen ze te beschrijven wat ze voelen. Dat is lastig: hun referentiekader bevat niet de basisbegrippen en de overtuigingen die ten grondslag liggen aan ‘de andere kant’. Voor binnenwerelders met hun collectivistische en in alles geregelde leven zijn individualiteit, eigen keuzes maken, persoonlijke verantwoordelijkheid en morele afwegingen onbekend en onbegrijpelijk. Tegelijk komen er vragen bij de vanzelfsprekendheden uit hun leven in de binnenwereld: is het wel echt leven als het systeem je wil uitschakelt en je efficiënt inzet om taken uit te voeren?

Zowel Adam als Eva maakt een groei door waarin ze zich (moeten) losmaken van wat hen gevormd heeft – bij de een gaat dat makkelijker dan bij de ander. Ze leren over zichzelf en over elkaar, ze spreken over zichzelf en elkaar, ze raken op elkaar gesteld. Hun groeiproces leidt tot verwondering, ze moeten identiteit en vriendschap en liefde totaal ontdekken, die vallen buiten het begrippenkader van de binnenwereld.

Moeilijke zoektocht
De zoektocht naar het begrijpen van iets wat fundamenteel anders is, is boeiend. We voelen mee met de belemmeringen die de hoofdpersonen in zichzelf ervaren. Door de centrale vraagstelling komen ook aanliggende vragen aan de orde. Wat is precies ‘liefde’ als betrokkenen moeite met hun identiteit hebben? Is het inbedden van denken in een van de twee werelden hersenspoelen, of is juist het ongedaan maken van zo’n inbedding hersenspoelen? Wie ben je zonder geschiedenis?

Het verhaal wordt traag verteld. De worstelingen, de onzekerheid en het zoekend denken worden uitgebreid verwoord. Omdat de hoofdstukken wisselend vanuit twee verschillende gezichtspunten worden geschreven die beide ‘ik-persoon’ zijn, moet de lezer veel schakelen. Gecombineerd met de neiging van de schrijver om in staccatostijl te schrijven, vraagt dat een oplettendheid die niet goed past bij de voortkabbelende gedachtestromen van de beide monologues intérieurs.

Lastige afwikkeling
Ondanks de traagheid is de verhaalstijl boeiend. De lezer blijft voldoende nieuwsgierig naar wat er gaat gebeuren. Het verhaal is begrijpelijk geschreven, het taalgebruik is niet gecompliceerd en de zinnen zijn goed geformuleerd. Het boek is niet te lezen als een oppervlakkig avonturenverhaaltje, het is duidelijk een aanleiding om over jezelf in je eigen wereld na te denken – ik vond dat de schrijver dat goed deed.
Aan het eind worden de gebeurtenissen helaas wat onsamenhangend – de urgentie waarbij het een noodzakelijkerwijs leidt tot het ander is zwakker. In de afwikkeling (een lange monoloog met veel uitleg in hoofdstuk 40) wordt hinderlijk vaak verwezen naar ‘ad-hocfeitjes’ of worden dingen vaag gelaten (‘dat weten we niet’). Ik denk dat met minder uitleg van techniek en meer aandacht voor relaties het slot sterker was geweest.

Conclusie
De schrijver gebruikt een mooi maar bekend thema. Hij heeft het consequent uitgewerkt tot goed leesbaar boek dat boeit zonder echt een hoogvlieger te worden. Het boek past het best bij liefhebbers van ‘ik-boeken’ met veel persoonlijke overdenking.

 

Over de auteur:
Charles van Wettum (1957) studeerde sterrenkunde en economie. Na ruim 40 jaar in het onderwijs begon hij in 2021 als schrijver van korte sciencefictionverhalen en novellen: ‘harde’ sf met een menselijke kant. Hij publiceerde in oa Fantastische Vertellingen, HSF en verzamelbundels. In 2023 verschenen enkele (e-)boekjes. Voor al zijn werk zie www.wettum.org/boeken.

 

© 2020 – 2024 Fantasize & Charles van Wettum

You cannot copy content of this page