web analytics
dinsdag, oktober 14

Interview met Garvin Pouw – deel 2

Door Isabelle Plomteux

In dit tweede deel van het interview met Garvin Pouw bespreken we zijn schrijfproces en hebben we het over de thema’s die in zijn werk aan bod komen. In het eerste deel maakten we kennis met zijn boeken en de wereld waarin ze zich afspelen: Valtada.

Garvin Pouw, eigen foto

Dag Garvin, hier zijn we weer. Wat vind je het makkelijkst aan het schrijven van een V-boek (ik noem ze maar even zo)?
Het schrijven van een lange serie heeft voordelen naast absolute nadelen. Voordeel is dat wanneer je je wereld uiteen hebt gezet en je personages hebt geïntroduceerd, de rest aanvoelt als een goed gevulde speelgoedkist waar je naar believen mee los kan gaan. De dynamiek tussen mijn diverse personages die elkander inmiddels door en door kennen is iedere keer weer volkomen organisch en logisch. Een dialoog tussen die personen vloeit als water uit de pen. De plot wordt in de delen die ik tegenwoordig schrijf wel verdraaid ingewikkeld. Dat is soms echt het koppie erbij houden (al is mijn hoofd zelden ergens anders). Waar voor mij de grootste uitdaging ligt zijn de tussentijdse finales. De momenten dat ik alle eindjes aan elkaar tracht te knopen voor de ontknoping. In Schervengodin lukte dat bijzonder goed. Valtada 16, waar ik nu aan werk is… uitdagender. Aan de organische middenstukken beleef ik meer plezier, al ligt daar verdwalen op de loer. Op plotten ben ik vooral trots, maar als de plot staat en het alleen moet worden ingevuld, wordt schrijven soms dwangmatig en een beetje saai.

Dus het is een kwestie van evenwicht vinden? Niet te veel plotten, maar ook niet te weinig?
Klopt. Ik ben begonnen als zuiver organisch schrijver. Tegenwoordig dus ook echt wel een plotter, dat moet wel als wever van een honderd verhaallijnen. Ik vind het organische echter nog steeds het zwaarst wegen. Wanneer een personage mij vertelt dat wat ik voor hem verzonnen heb echt niet bij hem past, dan stort de plot keurig in elkaar en gaan we samen puzzelen. Ik hou het dus maar op een organische plotter.

Hoe houd je met zoveel boeken en reeksen bij welk personage wat doet op welk moment en hoe dat elkaar beïnvloedt?
Voortdurend malen in mijn hoofd en heel veel aantekeningen maken. Veel teruglezen in eigen werk. Omdat ik organische ruimte wil behouden, heb ik geen ijzeren tijdlijn met jaartallen etc. Ik hanteer een globale. Net zoals ik nog niet elk hoekje op de wereldkaart durf in te kleuren. Er moet ruimte blijven voor flexibiliteit in de toekomst.

Heb je een favoriet personage? Of is dat een onmogelijke vraag?
Ja, ik heb zeker favorieten. In de boeken die nu uit zijn, betreft dat Aresta, Shutai en Nikara. Ook Yivenna is heerlijk om te schrijven. Zo rond Valtada 6 introduceer ik enkele nieuwe personages die in de toekomst een grotere rol krijgen. Daar zitten ook absoluut favorieten tussen. Hmm, misschien had je gelijk. Onmogelijke vraag. Ik ga wel voor Aresta.

Ik las dat je muziek als inspiratie voor je schrijven gebruikt. In een interview zei je het volgende: “Het is nog een hele opgave de juiste noot voor het juiste moment te vinden. Niet te snel, niet te sloom, niet te hard en niet te saai, maar altijd kom ik wel een nummer tegen dat zich koppelt aan een bepaald moment in een verhaal.” Je stelt dus hele playlists samen?
Jazeker. Ik ben zo oud dat ik me nog kan herinneren cassettebandjes te monteren. Nu met YouTube en Spotify is dat makkelijker.

Om wat voor muziek gaat het, of kan dat heel erg variëren?
Wanneer ik schrijf graag instrumentaal en niet te zwaar aanwezig, tenzij het een episch gevecht betreft of zo. Vroeger was ik erg fan van Mike Oldfield, prachtige psychedelische stukjes, maar die worden vaak ruw onderbroken door verschrikkelijk bombastisch geknauw. Dat werkt niet erg fijn tijdens het schrijven. Tegenwoordig leun ik op gamemuziek. Van Skyrim, Elder scrolls, Fable, dat soort playlists. Ik game totaal niet, maar die fantasy-soundtracks doen het prima voor mij.
Ik luister voortdurend muziek. Veel pagan/ fantasy-festivalmuziek. Tijdens schrijven de voorgenoemde gamemuziek of filmmuziek.

Gebruik je ook muziek als je gaat redigeren?
Ja, dan kan alles gelukkig door elkaar.

Deel je deze playlists ook met de lezers van je boeken?
Nee. Muzieksmaak is, net als smaak in lezen, persoonlijk. Dat mag iedereen wat mij betreft voor zichzelf bepalen.

Het Eerste Eiland uit de Valtada-serie, eigen foto

Heb je ook plannen om een gids over de Valtada-wereld te maken? Met tekeningen en beschrijvingen van alle volkeren, bijzondere plaatsen, dieren en planten?
Dat klinkt als een leuk idee! De wereldbouw is dusdanig dat je er een flinke encyclopedie mee kunt vullen. Maar zoals ik net schreef, niet alles is al ingekleurd. Ik wacht wel tot die dertig delen af zijn. Ik heb het druk, druk, druk. Op valtada.nl is trouwens al best veel te vinden en te bekijken.

We zeiden het al, Valtada is al tekenend tot leven gekomen. Helpt dat om de wereld zo beeldend mogelijk voor de lezer neer te zetten?
Wie weet? Ik heb meer een filmachtergrond dan een boekachtergrond en ben gewend om eerst een decor neer te zetten en dan de personages te laten opkomen. Ik denk heel beeldend en zie schrijven als codeertaal voor het vastleggen van beelden. Ik begon mijn boeken in een poging om middels woorden vast te houden aan herinneringen. Het doel was dat als ik twintig jaar later zo’n schrift open zou slaan, ik weer terug daar zou zijn: op die ene heuvel met die gekke witte bloemetjes, net voordat de zon vanachter die lange pijnboom tevoorschijn komt. Ik schreef in den beginne ook echt te volledig qua landschap en settingdetails. Het schrappen heb ik voor publicatie moeten aanleren.

Teken je momenteel nog steeds dingen uit?
Zo nu en dan. Een landkaartje hier, de layout van een duistere citadel daar. Soms, heel soms een illustratie.

Komen die illustraties, kaarten en layouts dan in de boeken?
De landkaarten zeker wel. Geen enkel boek mag zonder! Echter, de Valta is zo driedimensionaal dat daar geen zinnige kaart van te fabriceren viel. Dat blijft een euvel met ruimteverdraaiende spreuken. Op Valtada.nl kan je naar hartenlust illustraties bewonderen, daar zijn alle Valtada-landkaarten ook ingekleurd te zien.

Welke tips voor goede wereldbouw zou je beginnende fantasyschrijvers willen meegeven?
Goed is ontzettend in the eye of the beholder. Ik beland tegenwoordig in oeverloze discussies met mensen die goede wereldbouw alleen accepteren wanneer alles zo realistisch mogelijk is. Realistisch zwaardvechten, paardrijden, bla, bla, ga maar door. Maar dit is fantasy! Dit is de enige tak van sport waar je volledig mag breken met de realiteit en daar is ook behoefte aan. Ik ga dus niet dicteren wat goede wereldbouw is.
Dat gezegd hebbende, heb ik wel degelijk persoonlijke voorkeuren die ik wel wil delen: maak niets absoluut, laat altijd ruimte voor nieuwe creativiteit. Wanneer je regels bedenkt, hou je dan aan die regels en maak niet te veel uitzonderingen. Bedenk je een magiesysteem? Houd je er dan aan en onderbouw het. Hoewel ik de Harry Potter-boeken bijvoorbeeld prima kan waarderen, heb ik niets met dat magiesysteem. Er kan te veel. Mij te fantastisch. Op Valtada tover je niet zomaar een konijn uit een hoed. Er zijn regels over wat er voor magie nodig is en waar het van ten koste gaat. Ik hou niet van rare massa-explosies. Geen mieren die kunnen veranderen in olifanten, maar een muis die de gedaante aanneemt van een musje is misschien wel mogelijk. Ga jij wereldbouwen? Heb dan een mening over dat soort dingen. Neem beslissingen voor jezelf. Dit is fantasy, alles kan. Van mij mag je de rivier tegen de berg omhoog laten stromen, maar leg uit waarom! Zo niet aan de lezer, dan tenminste aan jezelf. Zorg dat je je antwoorden paraat hebt.

Heb je voor jezelf een planning wanneer je welk bestaand manuscript wil publiceren?
Slechts heel globaal, zoiets gaat in samenspraak met de uitgever en diens mogelijkheden voor afzet. Ik hoop in elk geval alle manuscripten die ik nu heb klaarliggen (10 stuks) binnen de komende 10 jaar te mogen publiceren. Daarnaast nog 3 novelles en een nieuw nevenproject. Eén boek per jaar is mijn minimumstreven, maar het gaat hier steeds om manuscripten van ongeveer 200.000 woorden die geredigeerd en geperfectioneerd moeten worden. Dat is best veel werk.

Dat is het zeker! Ik las dat je in het begin je manuscripten bovendien met de hand neerschreef in schriftjes. Die handgeschreven teksten moet je dus allemaal overzetten naar een digitale versie?
Ja, dat was een hele klus, maar het is inmiddels allemaal gebeurd. Met veel eigen inzet, een lieve moeder en een complete bezetting van de digitale afdeling van een dagbesteding is dat allemaal gelukt. Zeker twintig mensen hebben zich over mijn handschrift gebogen en de vingertjes laten wapperen. Maar dan heb je ook wat! Een dikke dank je wel voor Digidome Arnhem!

Je schrijft ondertussen ook aan nieuwe manuscripten. Is dat makkelijk te combineren met het werken aan/herschrijven van de bestaande manuscripten?
Jazeker. Ik heb in de afgelopen drie jaar heel veel vooruitgang gemaakt met het redigeren, herschrijven en klaarzetten van de Valtada-serie. Ik kan het mij nu eindelijk gevoelsmatig weer permitteren om compleet nieuwe manuscripten te schrijven. Kijk, ik heb ook een gezin, wanneer de kinderen spelen dan kan je zo’n gaatje prima vullen met redactiewerk. Wanneer ik echter een nieuwe scène of hoofdstuk wil schrijven dan zonder ik mij graag wat langer af. Daar leent een vrije ochtend zich dan het beste voor. Ik pas me dus aan aan wat ik aan ruimte vind. En ik kan prima drie boeken tegelijk schrijven als het moet. Ik zit nooit stil.

Schrijven is natuurlijk ook schrappen. Of dingen om te beginnen gewoon niet opschrijven. Maar hoe beslis je als auteur en bedenker van een hele fantasywereld wat je opschrijft/behoudt en wat er van het papier verdwijnt?
Dat heb ik echt moeten leren. Ik bekijk mijn manuscripten echt anders nu ik lezers heb dan in de twintig jaar daarvoor. Wat kan wel door de beugel, wat niet? Voegt dit echt iets toe? Dat zijn vragen die ik nu gedwongen ben mijzelf te stellen. Het grootste gevaar is dat je je zo door de virtuele lezer laat leven dat je inderdaad dat tweede doet. Dingen om te beginnen niet opschrijven. Dat doe ik juist nog steeds! De eerste versie van een manuscript is namelijk van mij en niemand anders. Daar mogen flauwe grappen in. Daar mogen wilde theorieën staan. Daarna komt het schrappen en de lezer krijgt versie 5 of 6 of zo. Echt, schrijvers, durf alsjeblieft te schrijven wat je zelf behouden wilt en dat mag iets anders zijn dan wat je je lezer voorschotelt. We hebben computers met eindeloos veel opslagcapaciteit. Versie 1 neemt nergens ruimte in en mag heerlijk slecht zijn. Schrijf eerst, perfectioneer later. Creativiteit gaat voor op vorm. Je wilt niet weten wat bijvoorbeeld mijn vrouw allemaal vetoot, achter de schermen. Dat is goed. Hetzelfde geldt voor de uitgever. Koester versie 1, sta open voor wat het met anderen doet bij versie 3 en verder.

Je bent in wezen een dikke-boeken-schrijver, mag ik dat zeggen?
Absoluut, ik ben lang van stof en zeer geduldig.

Hoe beviel/bevalt het jou om novelles te schrijven?
Verbazingwekkend goed. Ik voelde eerst niets voor het format en ben er onder lichte druk van mijn uitgever mee aan de gang gegaan. Inmiddels ben ik verkocht. Ik heb na mijn drie novelles van Varda er nog drie geschreven! Nu zou je kunnen zeggen dat zes novelles in één serie stiekem gewoon weer twee dikke boeken zijn, maar ik vind die kleine boekjes wel heel schattig.

In About Books zei je: “Zelfs als niemand mijn boeken zou lezen, was ik ze nog steeds aan het schrijven, want het is gewoon de som van mijn persoon.” Dat vond ik een hele mooie uitspraak en het brengt ons meteen naar het laatste onderdeel van dit tweedelige interview: de thema’s in je werk. Het viel me bijvoorbeeld op dat jouw hoofdpersonages allemaal vrouwelijk zijn?
Dat doen de covers absoluut vermoeden. Waar is het niet. Meestal is de balans keurig fifty-fifty, maar ik zal ruiterlijk toegeven dat ik een persoonlijke voorkeur heb voor de vrouwelijke hoofdpersonen.

Daarnaast zijn je personages die voor het goede strijden niet alleen maar goed, en omgekeerd, de slechteriken zijn niet alleen maar slecht?
Goed of slecht is waar je de lijn trekt. Wat Valtada op den duur zal illustreren is dat aanhangers van beide filosofieën (die van de Godinne van de Schepping en van de God van de Leegte) ieder hun eigen gegronde redenen hebben om te doen wat ze doen. Dan is het aan jou om je af te vragen welke ideologie je het meeste aanspreekt om hem van een goed of slecht predicaat te voorzien.

Drakendoder uit de Valtada-serie, eigen foto

Hun persoonlijkheden bestaan vaak uit meerdere lagen?
Hun persoonlijkheden zijn uitgewerkt en rond. Dan heb je automatisch meerdere lagen. Ik benader al mijn personages door mij in ze te verplaatsen. Iedereen heeft leuke en mindere kanten. Ze leren die kennen door de verhalen heen.

Die lagen durven elkaar wel eens tegen spreken, waardoor je personages soms flink met zichzelf in de knoop liggen. Ze worstelen niet alleen met externe uitdagingen, maar ook met zichzelf?
Voor het ene personage geldt dat meer dan voor het andere, maar ja, in Valtada staat de reis vaak meer centraal dan de bestemming. Dat geldt voor de wereld en zeker voor de personages. Die maken aldoor een reis door zichzelf. Vooral de personages Nîve, Yivenna, Emerin en Vohan zijn hier voorbeelden van. Die raken stuk voor stuk zichzelf kwijt en leren zich herbouwen.

Is de externe uitdaging waarmee ze te maken krijgen dan een soort katalysator voor het oplossen (voor zover mogelijk) van hun interne problemen?
Een katalysator is een versnelling, een generator. In deze serie werkt de externe uitdaging eerder ontwrichtend dan dat het de personages op weg helpt. De wereld voorziet in trauma’s. Pas daarna is het aan de personages en hun directe omgeving om daar iets mee te doen. Ze kunnen het een plaats geven ter verwerking en hopelijk dient dat proces dan op enige wijze het verhaal. In Valtada zijn het verhaal, het decor en de personages vaak metaforen of weerspiegelingen van elkander. Je zou bijna denken dat ergens een of andere godheid aan de touwtjes trekt.

Een ander belangrijk thema lijkt me de natuur en hoe jouw personages daarmee/daarin leven?
In de tijd dat Valtada voor mijzelf vorm kreeg trok ik als romanticus erg naar de natuurlijke wereld. Ik zag onaangetaste natuur als de formulering van paradijs. Valtada is dan ook voor 90 procent ongerept. Op veel plaatsen heerst er een sprookjesachtige sfeer en met name de Nimfen van Valtada tonen de lezer graag hoe vrij je kunt omgaan met zoveel vrijheid en natuur. In de visie van de Godinne moet Valtada een betere wereld voorstellen dan die waar ik vandaan kom.

Komen er nog andere thema’s in je boeken aan bod?
Eerlijk? Van alles. Oorlog, migratie, geloofsovertuiging, staatsvorm, omgaan met emoties, zonden, deugd, angst, interpersoonlijke relaties… In zo’n grote en breed neergezette fantasywereld komt alles vroeg of laat ter sprake. Gewoon omdat ze allen een logisch gevolg zijn van elkaar. In tegenstelling tot andere meer doordacht te werk gaande schrijvers snijd ik die thema’s niet aan om de lezer te beleren of te confronteren. Valtada is organisch en uit het leven gegrepen. Misschien kan je het met een personage eens zijn, misschien wel helemaal niet. Ik schrijf over Valtada en niet over de aarde, en wanneer Valtada als een spiegel functioneert dan is dat onbewust of onbedoeld.

Waarom liggen deze thema’s je nauw aan het hart?
Tegelijkertijd ben ik niet zonder trauma’s. Toen ik deze boeken begon werd ik geplaagd door eenzaamheid, door andersdenkend zijn. Ik voelde mij onbegrepen. Ik paste niet in deze wereld en zocht voor mijzelf een andere. Dit zie je bijvoorbeeld heel erg terug in Emerin. Een vrouw die meer het gevoel heeft naast het bestaan te staan dan werkelijk in de wereld. Dat raakt soms nauw aan iets autobiografisch. Inmiddels herken ik in haar gedrag heel duidelijk de trekjes van een hoogbegaafde. Is het cirkeltje weer rond.

Verschillen deze thema’s (of de nadruk op een thema) per reeks?
Vooral per boek denk ik. Meestal maakt een personage een bepaalde ontwikkeling door. Dat kan Aresta’s angst zijn, Vohans trauma of Shyna’s eenzaamheid en hunkering naar (verkeerde) liefde. Je probeert zo’n ontwikkeling rond te breien en tot persoonlijke groei te komen. Ik werk graag in thematische hoofdstukjes. Of dat gelukt is merk ik wanneer ik er een passende titel op kan plakken.

Ik wil nog even terug naar die mooie omschrijving van jou, dat jouw boeken de som van jouw persoon zijn. Kun je dat even toelichten? In welk(e) opzicht(en) zijn ze dat?
Uiteindelijk putten alle personages van Valtada uit het bereik van mijn ervaring of verbeeldingskracht. Mijn trauma’s sluipen daardoor vast bij heel wat personages naar binnen. Je op deze manier verplaatsen in personages en hun emotionele beleving werkt meen ik therapeutisch. Voor mij is dat echter een neveneffect, een bonus. Ieder personage is wellicht een uitwerking of uitvergroting van een facet van mijzelf. Bewust al dan niet onbewust.

Tot slot: Wat zijn je toekomstplannen als auteur?
Na een nogal roerige start, waarbij ik erg moest wennen aan mijn nieuwe rol als gepubliceerd, gelauwerd en bekritiseerd auteur, ben ik nu wel geland in mijn rol als gepubliceerd schrijver en boekverkoper (die tweede rol mag je als beginner in dit landschap absoluut niet onderschatten). Ik verdien naar tevredenheid en heb een goede werk-, privé-, schrijf- en verkoopbalans. Voorlopig wil ik die positie even handhaven. Dat betekent lekker doorgaan met festivals draaien, mensen naar Valtada lokken en ondertussen timmeren aan de weg met Valtada 16, 17, 18 etc. Ik hoop in de komende jaren nog nieuwe novelles te brengen, nieuwe romans en dat spin-offproject Nimfana. Daarnaast is er de ambitie wat uit te breiden met vertalingen. Wellicht wat internationaal terrein veroveren? Ik zit voorlopig niet zonder projecten.

We gingen dan wel afronden, maar op de valreep heb ik alsnog een paar vragen voor je: kun je wat meer vertellen over jouw rol als boekverkoper? Over dat onderdeel van jouw schrijven hebben we het eigenlijk nog niet gehad, terwijl het er toch een belangrijk onderdeel van is. Tenminste, dat lijkt me wel?
Boekverkopen is een volstrekt andere tak van sport, maar in het huidige publiceerlandschap essentieel. Ik ben er gelukkig redelijk bekwaam in gebleken. Ik geniet er echt van om met de kraam van Godijn Publishing op evenementen te staan en het publiek aan een passend boek te helpen. Daar heb ik mijzelf in positieve zin mee verrast. Tegelijkertijd ben ik ook blij dat de meeste boeken buiten mij om gevonden worden. Dat mond-tot-mondreclame en een goede ontvangst de Valtada-motor ook zonder mijn inmeng draaiende houden.

Leesvolgorde, eigen foto

Vond je het bij het verschijnen van je debuut meteen leuk om je boek aan te prijzen, of was het even wennen?
Dat was absoluut wennen en moeilijk ook. Als auteur met slechts één boek op je naam is het soms lastig te overtuigen. Dan heb ik het nu met mijn kast met veertien titels veel gemakkelijker. Ik zeg altijd: een eerste boek aan een klant verkopen is een overwinning voor mij als verkooptalent. Dat komt dan door een cover, een achterflap of mijn vlotte babbel. Het is de groep die terugkomt voor deel twee en verder waar de schrijver in mij zijn erkenning behaalt. Ik vind het verkopen van een tweede deel daarom veel leuker dan een eerste.

Wat doet een Nederlandse fantasyschrijver zo allemaal om zijn boeken te verkopen?
Dat hangt denk ik af van wie je uitgever is en welke mogelijkheden die je biedt. Het zal hoe dan ook helpen om aandacht te trekken. Dat kan door jezelf op festivals te etaleren of door online actief te zijn in tal van groepen op social media. Je kunt bij boekhandels langsgaan of jezelf profileren in schrijfgerelateerde organisaties. Het een ligt je soms meer dan het ander. Schrijven is één, maar vers twee is toch echt wat ingewikkelder.

Hoe combineer je dat met schrijven, want dat moet natuurlijk ook gebeuren?
Tja, dat hangt toch echt af van factoren. Van je bijbaan (want die hebben schrijvers bijna allemaal) en al je overige verantwoordelijkheden. De ene auteur is ieder weekend wel ergens te vinden, de andere zo nu en dan. Ik heb voor mijzelf, zoals ik al eerder schreef, een redelijke balans gevonden tussen schrijven, gezin, het verkopen en ander werk. Schrijven is mijn primaire levensbehoefte en de boekverkoop weet dat gelukkig steeds beter te ondersteunen.

En dan nu echt tot slot: waar ben je te vinden?
Ik sta met de stand van Godijn-publishing op vrijwel alle grotere fantasyfestivals in Nederland. Voor dit jaar is dat onder andere nog Castlefest, Elfia, Fantastic reads, Fantasyfest… Daarnaast ben ik vrij gemakkelijk te googelen: op Facebook vind je mij onder Valtada en onder mijn eigen naam. Er is ook Valtada.nl met een hoop weetjes en achtergrondinformatie. Voor wie even zoekt ben ik een PB away en tegelijkertijd een wereld verderop.

Waar en in welke vorm zijn je boeken verkrijgbaar?
Al mijn gepubliceerde titels liggen bij het Centraal Boekhuis. Die kan je dus bestellen in iedere online of offline boekhandel. Valtada ligt in de bibliotheken en wordt verkocht bij de uitgeverij en op eerder genoemde festivals. Alle titels zijn verkrijgbaar als paperback en als e-book. De Valta-trilogie en Shivane zijn ook als audioboek te vinden.

En een laatste vraag: zie je jezelf ooit in een andere wereld schrijven?
Nope, non, never…

Bedankt voor het interview!

 

© 2020 – 2025 Fantasize & Isabelle Plomteux

You cannot copy content of this page