web analytics
woensdag, oktober 15

Interview met de Waterloper-winnaars: op de tweede plek – Erwin Colson Thimister met De oversteek

Door Isabelle Plomteux en Sigrid Lensink-Damen

Deze week spreken we met de enige man in het rijtje winnaars: Erwin Colson Thimister. Hij heeft verschillende korte verhalen geschreven die een plekje hebben veroverd in de wedstrijdbundels van Godijn Publishing. Nu heeft hij de tweede plek van de Waterloper-wedstrijd gehaald met het verhaal De oversteek. Laten we snel kennis met hem maken.

Erwin Colson Thimister, © eigen foto

Dag Erwin, fijn je via deze weg te ontmoeten. Gefeliciteerd met je tweede plaats! Kun je jezelf even voorstellen? Wie is Erwin Colson Thimister?
Dankjewel. Ik ben vader en echtgenoot, dromer en schrijver, docent en karateka, smulpaap en neuroot, en nog enkele dingen waar ik nu niet op kan komen. In mijn vrije uren vind je mij vaak wandelend met mijn hond en lees ik graag. In de weekends kijk ik graag naar films of series, meestal sciencefiction, of speel ik een bord- of kaartspel met mijn gezin. Ik sport vijf of zes keer per week en ik schrijf als ik een hele dag vrij heb. Het leeuwendeel van mijn schrijfwerk vindt in de vakanties plaats. Na mijn studies bewegingswetenschappen, biologische gezondheidkunde en geneeskunde heb ik gewerkt als onderzoeker, voedingskundige voor de topsport en specialist ouderengeeskunde. Sinds 2011 werk ik als docent voeding en diëtetiek aan de HAN University of Applied Sciences. Ik ben geboren en getogen in Maastricht, verbleef een tijdje in Zweden en Zimbabwe en woon momenteel met mijn vrouw, zoon en hond in Wageningen.

Schrijf je al lang?
Poeh, voor deze vraag moet ik echt even in mijn grijze archief graven. Ik heb twee handgeschreven dichtbundels diep in een lade liggen, het oudste gedicht dat daarin staat heb ik in 1991 geschreven. Nee, wacht, eind jaren ’80 schreef ik op de middelbare school ook al enkele korte gedichtjes. Het is nooit mijn idee of bedoeling geweest die te publiceren, daarvoor zijn ze veel te persoonlijk. Ze zijn behoorlijk filosofisch van aard, of ik wilde er mijn gevoelens en emoties van bepaalde momenten of gebeurtenissen mee vangen. Uiteindelijk is ruim twintig jaar geleden toch één gedicht gepubliceerd. Later begon ik populair-wetenschappelijke artikels te schrijven. Pas in 2013 maakte ik een start met mijn eerste boek, een non-fictiewerk, dat bracht ik vier jaar later uit. Sinds een jaar of drie schrijf ik ook meer verbeeldingsliteratuur.

In welke genres schrijf je?
De fictie die ik schrijf is zonder uitzondering sciencefiction. Dat is ook het genre dat ik, naast non-fictie, het meeste lees. Ik hou ervan om weg te dromen in werelden of tijden die verzonnen zijn, maar in zekere zin toch een kern van waarheid bezitten, of die wellicht ergens of ooit waarheid zouden kunnen zijn of worden. Het schrijven in dit genre voelt als een ontdekkingsreis naar hoe mensen of andere wezens die heel misschien wel echt bestaan daar of dan leven en interacteren. Zowel het schrijven als het lezen van sciencefiction is voor mij denk ik ook een vorm van escapisme. Daarnaast schrijf ik ook non-fictie en soms, in het verleden vaker dan tegenwoordig, gedichten.

Wat schrijf je? Romans, korte verhalen? Heb je een voorkeur voor een van beide? Waarom?
Als het om fictie gaat heb ik tot nu toe alleen korte verhalen geschreven van tussen de 2.000 en 10.000 woorden. Wel heb ik enkele ideeën en de structuur voor zowel een boek als een trilogie in drie novelles al best concreet uitgewerkt; voor dat boek staan enkele ruwe tekstdelen al op papier en de tweede novelle in de trilogie is bijna af. Ik merk echter dat het daadwerkelijk schrijven van een fictieboek toch een andere tak van sport is dan het schrijven van een kortverhaal of non-fictieboek. Ik heb daar nog veel in te leren, te veel om nu al een goed boek te kunnen schrijven, vind ik zelf. Kortverhalen en non-fictie vind ik eenvoudiger doordat ze erg overzichtelijk zijn en ik merk dat ik daar sneller vaardiger in word, hoewel ook daar nog genoeg te leren valt. Omdat mijn aandacht op dit moment vooral uitgaat naar het schrijven van een studieboek en korte verhalen en omdat ik zoveel andere dingen wil doen naast het schrijven, vrees ik dat die twee boeken nog wel een tijdje op zich zullen laten wachten…

Je schrijft ook non-fictie, geloof ik? Over welk(e) onderwerp(en)?
Ja dat klopt, ik schrijf ook over lichaamsbeweging en voeding in relatie tot gezondheid. In de jaren 90 van de vorige eeuw schreef ik als redactielid van een fitnessvakblad tientallen artikelen over onderwerpen als trainingsleer en sportblessures. In 2016 schreef ik samen met een collega een hoofdstuk in een studieboek over kritisch redeneren in de diëtetiek en een jaar later publiceerde ik mijn eerste non-fictieboek Beweegreden – Lichaamsbeweging als oeroude panacee in een moderne samenleving. Met dat boek wilde ik het gat dichten dat ik zag in de boeken die verschenen over gezonde leefstijl waarin vooral werd benadrukt dat we verantwoord moeten eten en dat sporten gezond is, maar waarin het alledaags bewegen, het bewegen dat niets met sport of het doen van oefeningen te maken heeft, in het geheel niet aan bod kwam. Sport is een deelverzameling van beweging en is zeker gezond, ik ben zelf ook een fervent sporter, maar niet iedereen is dat. Er zijn zoveel mensen die niet willen of kunnen sporten. In mijn boek vertaal ik de wetenschappelijke inzichten rondom de effecten van alledaags bewegen op de gezondheid en het lichaamsgewicht voor de geïnteresseerde leek, en hoe dat bewegen zonder de noodzaak van sportkleding of het ervan inplannen in de agenda ingebouwd kan worden in het dagelijks leven. De afgelopen anderhalf jaar heb ik samen met drie andere auteurs gewerkt aan de over een aantal maanden te verschijnen negende druk van het studieboek Voeding bij gezondheid en ziekte. Alles bij elkaar hele andere koek dan sciencefiction! Alhoewel, er zijn denk ik, helaas, heel goed dystopische verhalen te schrijven over hoe de welvaart onze gezondheid aantast. We leven langer en zijn tegelijkertijd nog nooit zo ziek geweest. De realistische basis daarvan is goed vergelijkbaar met die van climate fiction.

Deed je al vaker mee met schrijfwedstrijden in het fantastische genre? Met welke?
Sinds 2022 heb ik negen sciencefictionkortverhalen ingestuurd naar diverse schrijfwedstrijden: de Harland Awards, nu de Harland Prijs, de GP Fantasy/SciFi award, nu Walkure, Fantascifi, Out Of This World en Waterloper. Een aantal van die verhalen heb ik vervolgens ook ingestuurd naar de Edge Zero-verhalenwedstrijd. Ik doe dus nog helemaal niet zo lang mee met wedstrijden in het fantastische genre en mijn onervarenheid uit zich dan ook in nogal wisselende klasseringen. Hoewel een aantal van mijn verhalen een matig resultaat behaalde, zat daar vaak wel erg leerzame feedback aan gekoppeld. Twee verhalen sprongen er positief uit: ik won begin 2023 de GP Fantasy/Scifi-schrijfwedstrijd en nu dus de tweede plek bij Waterloper. Dat ervaar ik als een mooie erkenning en bevestiging van de leercurve die ik doormaak. In het verleden heb ik overigens ook aan andere genrewedstrijden deelgenomen. In 2001 en 2002 won ik in twee kleine schrijfwedstrijden met een column over de Tour de France en een gedicht.

En met Waterloper?
Ik heb nu twee keer meegedaan met Waterloper. Het is een fijne schrijfwedstrijd om aan deel te nemen, een van de grotere in het genre in Nederland die toch kleinschalig voelt. In 2023 deed ik met twee verhalen mee die mooi naast elkaar op de 34e en 35e plaats eindigden, precies halverwege de in totaal 70 deelnemende verhalen. Omdat ik druk was met het studieboek waarover we het hiervoor hadden en vanwege persoonlijke omstandigheden, had ik voor de editie 2024 slechts tijd voor één verhaal. En dat heeft het gelukkig erg goed gedaan!

Zonder te veel prijs te geven, waarover gaat De oversteek, het verhaal waarmee je tweede werd?
Met De oversteek heb ik geprobeerd een ontroerend verhaal te schrijven over vertwijfeling en hoop, dood en leven, verlies en hervinden. Over de onvergankelijkheid van de ziel in een vergankelijk lichaam en dito geest. Het verhaal wordt verteld door de ogen van Maan die een innige en speciale band heeft met haar opa. Opa is een gepensioneerd natuurkundige die zijn vak niet los kan laten en blijft zoeken naar parallelle universa, materie waar de kleine Maan niets van begrijpt. Maar opa is al oud en zijn lichaam en geest takelen af. Zijn ziel bewandelt echter een ander pad, tenminste, dat beweert Maan. Maar niemand gelooft haar. Weet je hiermee genoeg? Nee, natuurlijk niet, maar de rest mocht ik niet prijsgeven, haha!

Onder welk genre valt het? Is het verhaal ergens te lezen?
Nu nog niet maar dat gaat zeker gebeuren. Ik ga De oversteek dit jaar insturen voor de EdgeZero-verhalenwedstrijd nadat ik het nog een keer opgepoetst heb op basis van de juryfeedback. Hopelijk eindigt het verhaal daar hoog genoeg om in de EdgeZero-verhalenbundel geplaatst te worden. Mocht dat niet lukken dan zal ik het elders insturen, want ik wil het absoluut publiceren. Op termijn wil ik mijn korte verhalen ook bundelen en uitgeven. Dat is echter nog verretoekomstmuziek omdat ik tot nu toe onvoldoende verhalen heb geschreven die ik goed genoeg vind om te publiceren.

Tweede plek! © eigen foto

Voor welk Waterloperthema heb je gekozen en hoe sluit De oversteek daarbij aan?
Dit jaar vond ik de thema’s een stuk lastiger dan vorig jaar, toen deed ik binnen twee thema’s mee. Ik had deze keer een beknopte schets gemaakt voor het thema ‘De pizzaplaneet Oregano’, maar vond de juiste toon niet en veranderde mijn themakeuze naar ‘Een zonneklare maansverduistering’. Ik vertelde al hoe ik de maan in mijn verhaal verwerkte: ik maakte er een jong meisje van. De verduistering slaat op haar gemoed, het gaat op een gegeven moment namelijk helemaal niet goed met Maan. En dat zonneklare, dat heeft deels weer met Maans stemming te maken en ook deels met het onderzoek dat haar opa doet. Ik heb er dus een erg vrije interpretatie aan gegeven. Nadat ik het verhaal had ingestuurd begon ik mij echter af te vragen of die vrije interpretatie niet té vrij was geweest en of de jury mijn verhaal misschien onvoldoende bij het thema zou vinden passen. Een verontrustend beeld van diskwalificatie om die reden drong zich aan mij op, maar het was te laat om er nog iets aan te doen. Op 7 december, de dag van de prijsuitreiking, was ik in eerste instantie gerustgesteld toen ik hoorde dat er bij deze editie geen diskwalificaties waren, maar mijn nervositeit nam weer toe toen mijn verhaal bij het aftellen maar niet genoemd werd. Totdat nummer twee dus op de dia verscheen!

Vind je het makkelijker of net moeilijker om binnen een bepaald thema een verhaal te schrijven?
Dat hangt van het thema af. Met sommige thema’s heb ik niets, maar andere keren kan een thema een vonkje ontsteken en de creativiteit aanwakkeren. Het fungeert dan als een richtpunt, een soort van raamwerk waar ik het verhaal alleen nog in hoef te borduren.

Wat is voor jou de kracht van sciencefiction?
Scifiverhalen zijn wat mij betreft vaak interessante gedachtenexperimenten die laten zien hoe de toekomst er mogelijk uit zou kunnen gaan zien. Vaak kijkt de schrijver daarbij in een half doorlaatbare spiegel: voor een deel kijkt hij terug, naar de huidige maatschappij en wat daarin speelt, en speculeert dan vooruit in de tijd hoe dat alles zich zou kunnen gaan ontwikkelen. Denk bijvoorbeeld aan thema’s rond AI en klimaatverandering. Dystopische verhalen over deze onderwerpen zie ik als waarschuwingen hoe het uit de hand kan lopen als we niet voorzichtig zijn. Utopische verhalen vertellen ons juist hoe het óók zou kunnen. Dit soort verhalen kan richting en inspiratie geven aan bijvoorbeeld wetenschappers en beleidsmakers. Zo wordt er momenteel nagedacht over wetgeving rondom AI waarbij ik vermoed dat de wetmakers bepaalde toekomstscenario’s die in scifiverhalen al zijn geportretterd in hun achterhoofd hebben. Het idee dat scifiverhalen daadwerkelijk invloed hebben op onze toekomst is niet ongegrond. Jules Verne dacht een eeuw voor de feitelijke landing op de maan daar al over na en meerdere gadgets uit Star Trek zijn in de eropvolgende decennia min of meer algemene gebruikersgoederen geworden, zoals de iPad. Misschien zijn 3D-printers wel primordiale replicators die straks geen grove materialen maar echt afzonderlijke moleculen en atomen gebruiken om iets op te bouwen. Dat zijn slechts enkele voorbeelden van hoe sciencefiction in het verleden ons heden heeft beïnvloed. Dat belooft wat voor de toekomst!
Momenteel doen bijvoorbeeld Delftse wetenschappers baanbrekend onderzoek naar teleportatie, weliswaar op zeer primitieve schaal (ik bedoel primitief in vergelijking met Star Trek), maar hun resultaten zitten mogelijk al dichter bij de teleportatie van voorwerpen of organismen dan Jules Vernes’ verhaal bij de latere daadwerkelijke maanreis. En wat te denken van het onderzoek naar terraforming of de ontwikkelingen in geo-engineering en virtual reality? Soms weten zelfs wetenschappers in de verste verte nog niet hoe het daadwerkelijk zit, bijvoorbeeld rondom parallelle universa. Bestaan die echt, of zijn het slechts wilde ideeën? Buitenaards leven? Verhalen hierover onderzoeken reeds de implicaties ervan. Scifiverhalen leiden ons dus in zekere zin naar een mogelijk betere toekomst. Het laboratorium van de geest kan erg krachtig zijn, dat liet Albert Einstein al zien met zijn gedachtenexperimenten rondom tijdreizen.

Helpt jouw kennis als arts en bewegingswetenschapper je bij het schrijven ervan, bijvoorbeeld het effect op het menselijk lichaam van langdurige blootstelling aan een andere zwaartekracht of van kunstmatige slaap tijdens ruimtereizen?
Soms wel ja. Zo heb ik in De oversteek een beetje kennis van dementie verwerkt. In andere verhalen komen ook weleens elementen van mijn professionele bagage terug, zoals de werking van het hart en inderdaad ook de invloed van zwaartekracht op lichaamsbouw. Over het algemeen gebruik ik die kennis echter slechts dunnetjes en impliciet. Maar je vraag zet me aan het denken, misschien moet ik toch eens een echt medisch scifiverhaal gaan schrijven.

Binnen het genre sciencefiction heb je natuurlijk veel subgenres. Naar welk(e) gaat jouw voorkeur uit en waarom?
Eerlijk gezegd ben ik niet zo met specifieke subgenres bezig, vooraf in elk geval niet echt. Mijn verhaal Alleen, een geschiedenis van de laatste uitsterveling, waarmee ik de GP SciFi/Fantasyprijs won, kan achteraf gezien misschien geclassificeerd worden als evolutionare (post-)dystopische scifi met elementen van clifi. Vorig jaar typeerde een Waterloperjurylid mijn beide toen ingestuurde verhalen als militaire sciencefiction, daar had ik bij het schrijven echter helemaal niet over nagedacht. Mijn overige verhalen vallen weer in andere categorieën en gaan bijvoorbeeld over tijdreizen of de interactie met buitenaardse intelligentie. Wat ik wel belangrijk vind is om zo dicht mogelijk bij de wetenschap te blijven, een basis van waarheid en realiteit in mijn verhalen te leggen. Daarom denk ik dat de meeste van mijn verhalen kenmerken van harde sciencefiction vertonen.

Heb je favoriete auteurs?
Jazeker! De auteur die mij de afgelopen jaren compleet overdonderde, is Cixin Liu vanwege zijn Remembrance of Earth’s past. Die trilogie is mijn nummer één aller tijden! Zijn The Wandering Earth-verhalenbundel vond ik ook creatief en prettig leesbaar, hoewel sommige andere boeken van hem mij minder raakten. Peter F. Hamilton vind ik ook steengoed, vooral zijn Commonwealth Saga, maar ook andere boeken van hem vind ik zinderend. Adrian Tchaikovsky lees ik ook graag. Hij schrijft zeer doordacht maar op een bepaalde manier ook erg intensief en daardoor voor mij vermoeiend, waardoor ik van hem nooit twee boeken achter elkaar lees. Dat doe ik juist wel met de boeken van Lois McMaster Bujold, haar taalgebruik vind ik prachtig! Zij is mijn favoriete auteur van dit moment. Kim Stanley Robinson vind ik over het algemeen ook goed. En Jack Vance, die wil ik niet onbenoemd laten.
Van Nederlandse bodem ben ik erg gecharmeerd van de reeks De zwijgende aarde, een serie verhalen die bij elkaar horen en elkaar beïnvloeden, maar waarbij elk boek geschreven is door een andere auteur. Jammer dat die niet vertaald is in het Engels, want de boeken zijn stuk voor stuk geschreven door getalenteerde auteurs die ik een internationale doorbraak gun en die ik beter vind dan veel Engelstalige auteurs die ik heb gelezen. Vroeger las ik graag onder anderen Asimov en Tolkien. Dan zijn er nog veel meer schrijvers en heb ik het nog niet eens over andere genres gehad! Ik denk echter dat ik hier beter stop, want het antwoord op deze vraag had in één zin gegeven kunnen worden maar ik heb er al bijkans een kortverhaal van gemaakt…

Wat zijn je schrijfplannen, zowel voor fictie als voor non-fictie?
Het afgelopen anderhalf jaar stond vooral in het teken van een leerboek over voeding en schreef ik slechts, mede door persoonlijke omstandigheden, weinig fictie. De oversteek was zelfs het laatste fictiekortverhaal dat ik schreef. Het komende jaar wil die achterstand weer inhalen. Ik heb al een aantal ideeën in mijn hoofd voor korte scifiverhalen, onder andere voor de volgende Waterlopereditie. Verder dan dat heb ik nog geen concrete plannen voor de korte termijn, maar de pen zal vast onrustig in mijn hand voelen. Op langere termijn zal ik werken aan herzieningen van non-fictiewerk, de genoemde twee boeken en natuurlijk meer korte verhalen.

Waar ben je online te vinden? En, misschien nog wel belangrijker: waar zijn jouw boeken en verhalen te vinden?
Ik ben te vinden op Facebook en LinkedIn onder mijn eigen naam. Ik heb geen speciale auteurssite of -account. Mijn boek Beweegreden – Lichaamsbeweging als oeroude panacee in een moderne samenleving is via elke boekhandel te bestellen en de negende druk van Voeding bij gezondheid en ziekte over een aantal maanden via Uitgeverij Noordhoff. Mijn kortverhalen zijn niet allemaal gepubliceerd, enkele zijn wel te lezen in de bundels Charlatans en Vuurspuwers van Godijn Publishing en ook soms elders, bijvoorbeeld in het Verenigingsblad HSF nr 2/2024 en op de website van Out Of This World. In de toekomst zullen meer verhalen van mij op verschillende plekken te lezen zijn. De meeste van die plekken zullen bij de lezers van dit interview wel bekend zijn, zij zullen mij dus vanzelf wel weer ergens tegenkomen.

Bedankt voor het interview!
Jullie bedankt, het was erg leuk om te doen!

 

© 2020 – 2025 Fantasize, Isabelle Plomteux & Sigrid Lensink-Damen

You cannot copy content of this page