web analytics
donderdag, april 18

Fantasize Special – De rol van de vrouw: Moeder Ripley

Door Zadok Samson

De vier Alien-films, beginnend in 1979 met Alien van Ridley Scott, behoren tot het pantheon van sciencefiction. Vier verschillende regisseurs (na Scott volgenden James Cameron, David Fincher en Jean-Pierre Jeunet) kwamen met hun eigen visie op het universum dat oorspronkelijk bedacht werd door Dan O’Bannon en Ronald Shusett. O’Bannon had eerder samengewerkt met John Carpenter aan Dark Star, maar was niet tevreden met hoe het buitenaardse wezen geportretteerd werd. Geïnspireerd door de illustraties van H.R. Geiger bedacht hij een puur, perfect wezen dat alleen op overleven is gericht en een levensgrote bedreiging voor de mens vormt.
Naast dit monsterlijke, kille wezen is er nog een andere constante die de vier films verbindt: Ripley. Volgens Scott waren Meryl Streep en Sigourney Weaver de twee meest geschikte kandidaten om haar te vertolken. Streep zat nog in diepe rouw door het verlies van haar partner John Cazale, waardoor de keus automatisch naar Weaver ging. Jaren later is Ripley uitgegroeid tot een icoon.
Ik dacht, als iemand zich kwalificeert voor een positief voorbeeld van de vrouw in het fantastische genre, dan is zij het wel. Toch? Het is jaren geleden dat ik de films zag en ik kan mij Ripley herinneren als stevig personage van vlees en bloed. Iemand met emotionele diepgang, die zich per film verder ontwikkelt. Toen ik de vier films herzag, stuitte ik tot mijn verrassing op inconsequente karakterontwikkelingen, tegenstrijdige handelingen en dubieuze moralen.

Alien. Foto: © Flickr

Alien: het begin
Laten we beginnen bij deel één. Ripley maakt deel uit van een bemanning die met een ruimteschip mineralen vervoert naar de aarde. Tijdens die reis verkeren ze in cryoslaap. Als ze ontwaken, in de veronderstelling dicht bij huis te zijn, blijkt dat de computer die hun schip bestuurt, voor een andere koers heeft gekozen. Tot verbazing van de bemanning is het noodsignaal van een onbekende planeet opgepikt. Een planeet die zo uit de kosmische horrorverhalen van H.P. Lovecraft zou kunnen komen, gezien de grimmige sfeer en verwijzingen naar wezens die misschien nog ouder zijn dan de mens zelf. Bij nader onderzoek worden eieren ontdekt met daarin buitenaardse organismen. Eén van die organismen zuigt zich vast aan het gezicht van Kane (John Hurt), die in allerijl wordt teruggebracht naar de veronderstelde veiligheid van het ruimteschip. Daar komt aan het licht dat het organisme iets in de keel van Kane heeft geplant. Iets wat bij zijn geboorte met veel geweld naar buiten knalt en zich daarna in razendsnel tempo ontwikkelt tot efficiënte moordmachine.

Ripley is zeker aanwezig, maar heeft niet de hoofdrol. Die is meer weggelegd voor Dallas (Tom Skerrit), de baas van het schip. Ripley is meer het observerende en afstandelijke personage dat erop toeziet dat iedereen zich aan de regels houdt. Neem bijvoorbeeld de scène waarin Kane weer terugkomt. Ripley krijgt het bevel van haar baas om de deur te openen, zij weigert. De quarantaineregels zijn er niet voor niets. Misschien neemt Kane wel iets dodelijks mee aan boord, dan heeft iedereen een probleem. Natuurlijk reageert iedereen zwaar verontwaardigd, tot blijkt dat Ripley achteraf gelijk had. Ongeveer vanaf de tweede helft van de film neemt zij de status van leider op zich. Zij is degene die het schip vernietigt en de laatste confrontatie met het boosaardige monster aangaat.

Ze kan zich dus prima redden en bewijst dat ook vrouwen uitstekend met wapens kunnen omgaan, maar wie zij echt is blijft vaag. Ripley is in dit deel eerder een veelbelovend personage, iemand met de potentie een eigen film te dragen. Scott zou naar verluidt uitgebreide personageprofielen voor de acteurs hebben geschreven, zodat zij zich goed konden voorbereiden op hun spel. Er zullen ongetwijfeld details zijn geweest wat betreft kleding, handelingen of dialogen waaruit specifieke karakterkenmerken gehaald kunnen worden, ik heb ze bij Ripley niet opgepikt.

Aliens. Foto: © Flickr

Aliens: krijger en moederfiguur
Met het verrassende succes van de “horror in de ruimte” kon het niet anders of er moest een vervolg komen. In Aliens, nu geregisseerd door James Cameron, wordt Ripley uit haar cryoslaap gewekt door huurlingen. Er zijn maar liefst zevenenvijftig jaar verstreken sinds de gebeurtenissen uit het eerste deel. Tot Ripleys ontzetting gelooft niemand haar verhaal over de bloeddorstige buitenaardse wezens en is er ook nog eens een kolonie gesticht op de plek waar het monster werd gevonden.

Aliens is ontegenzeggelijk de film van Ripley. Cameron heeft veel meer aandacht voor haar karakter en zorgt dat de gebeurtenissen uit het voorgaande deel doorresoneren. Ripley is nerveus, schichtig, schrikt op bij geluiden. Alhoewel ze niet altijd op de voorgrond treedt, is haar aanwezigheid veel sterker. Ze speelt in veel meer scènes en heeft ook meer emoties. Niet alleen observerend, ze is ook beschermend, zacht, warm en strijdlustig.

Het belangrijkste is echter het thema dat Cameron zo duidelijk in Aliens heeft verweven: de moederfiguur. Er komt een klein meisje ten tonele van wie de hele familie is uitgemoord, en zonder te twijfelen ontfermt Ripley zich over haar. Wellicht om het verlies van haar echte dochter te compenseren? Want eerder krijgt zij te horen dat haar echte dochter is overleden. Bovendien komt moeder Ripley tegenover de buitenaardse koningin te staan. Mama versus mama. Twee vrouwen die maar één doel voor ogen hebben en dat is het beschermen van het eigen kroost.

Maar dit betekent niet dat Ripley puur in die hoedanigheid optreedt. Zij weet nog altijd haar weg met vuurwapens, wat grote bewondering afdwingt bij korporaal Hicks (Michael Biehn). Ripley kan ook heel makkelijk meegaan met de macho’s en alfamannetjes die opdracht krijgen de buitenaardse monsters af te knallen. Ze is flexibel, een kameleon die zich aan de situaties kan aanpassen, zonder dat zij haar kernpersoonlijkheid verloochent.

Weaver zou Aliens alleen geaccepteerd hebben omdat Cameron een, in haar ogen, indrukwekkend script had geschreven, waarbij hij met veel aandacht haar personage meer dimensies had gegeven. Ik geef haar daarin helemaal gelijk. Om die reden is Aliens ook net een tandje beter. De opvolger geeft ons een stevig personage van vlees en bloed, iemand met wie wij echt kunnen meeleven.

Alien 3. Foto: © IMDB

Alien 3: seksuele innuendo’s
Het rommelige productieproces van Alien 3 was een duidelijk voorteken van hoe de film zou uitpakken. Verschillende ideeën passeerden de revue, waarbij werd overwogen om Hicks tot protagonist te maken en Ripley alleen een veredelde cameo te geven. Weaver vond dit overigens prima. Naar eigen zeggen vroeg zij zich af hoe vaak dit personage nog ingezet kon worden, wat Ripley nog kon toevoegen aan het verhaal. Uiteindelijk, nadat onder andere David Twohy zich aan het scenario had gewaagd, kreeg Vincent Ward de kans om het script uit te werken en werd David Fincher aan boord gehaald voor de regie. Ripley was opnieuw het hoofdpersonage en moest helemaal vanaf nul beginnen.

Alien 3 begint met Ripleys neergestorte ruimteschip op een planeet vol met gevangenen. Het meisje en Hicks hebben de crash niet overleefd, Ripley bevindt zich te midden van een groep mannen die jarenlang geen vrouw meer gezien hebben. Vergeet de strijdster of de moederfiguur. Nu is Ripley het uitgekauwde cliché dat in zoveel films is gebruikt: het lustobject. Eén keer geeft zij zelfs toe aan de begeerte en deelt zij de lakens met Clemens (Charles Dance), een gevangene die chirurgische werkzaamheden uitvoert. Waarom zij dit doet? De suggestie wordt gewekt dat zij een vraag wil vermijden en op deze manier de aandacht afleidt, je kan je afvragen waarom zij niet gewoon haar mond houdt. Of überhaupt geen antwoord wil geven.

Helemaal bizar wordt het met de plottwist die erin is gegooid. Wat blijkt? Ripley is zelf “bezwangerd” door het buitenaardse wezen. Even de plotgaten die dat veroorzaakt terzijde geschoven, is dit wel een interessante wending. Ripley is nu namelijk “moeder” van het monster. Welke consequenties zou dit hebben? Hoever zou dit kunnen worden doorgetrokken? Wie weet dat Ripley zelf transformeert tot het monster en letterlijk de monsterkoningin wordt. Die gedachte slaat werkelijk nergens op en past juist daarom zo goed in het script van Alien 3. Fincher had andere plannen en dumpte zijn protagonist gewoon in een zee van vuur. Waarschijnlijk had hij er schoon genoeg van. Ik neem het hem niet kwalijk. Ook Weaver had geen enkel probleem met dit slot, omdat zij vreesde dat Ripley als personage zou komen vast te zitten in een oneindige cyclus van “wakker worden met monsters”.

Alien: Resurrection. Foto: © sbs.com

Alien: Resurrection: wedergeboorte en alienmoeder
Je zou denken dat er na het vurige slot van Alien 3 nog weinig valt te vervolgen. Dat is buiten de producers gerekend die nog graag wat wilden verdienen. Weaver gaf toe te zijn overgehaald, omdat er een flinke som geld aan haar werd beloofd. Plus, dat mag ook wel worden vermeld, zij was best geïntrigeerd door het scenario, ditmaal geschreven door Joss Whedon (bekend van Buffy en Firefly). Ripley is met behulp van kloontechnieken tot leven gewekt, met als bedoeling het buitenaardse wezen te fokken en te temmen. Het doel? Het bouwen van het perfecte leger. Voor dit deel, voorlopig het laatste, mocht Jean-Pierre Jeunet aanschuiven als regisseur. Mocht deze naam bij liefhebbers van een heel ander genre een belletje doen rinkelen, dan klopt dat. Deze Fransman regisseerde misschien wel de populairste feelgoodfilm ooit: Le fabuleux destin d’Amélie Poulain. Omdat Alien: Resurrection verkocht moest worden, staat op de hoes van de dvd geschreven “from the director of Amélie”. Een vrolijke, lichtvoetige komedie maakt op deze manier reclame voor een horrorfilm. Probeer dat maar met elkaar te rijmen.

Na het gekloon is er van Ripley alleen nog een huls overgebleven. Een vrouw zonder persoonlijkheid. En het duurt weer tot ergens halverwege de film tot zij weer haar plek opeist.

Wat is hier aan de hand? Het buitenaardse wezen is gevangengenomen en wordt getemd. Althans, dat is de bedoeling. Brad Dourif speelt de rol van de doorgedraaide professor Gediman, die in het wezen een nieuwe evolutionaire stap ziet, het perfecte wezen om een soort superleger mee op te bouwen. Dit staat heel ver weg van het oorspronkelijke monster, dat juist ongrijpbaar was door zijn giftige bloed en agressieve overlevingsdrang. Nu is het ineens het huisdier van een doorgesnoven wetenschapper? Ergens is het wel een mooi idee, tegelijkertijd haalt dit de angel uit de filmserie. Al sluit dat natuurlijk wel weer aan bij het feelgoodgenre…

De rest laat zich raden: natuurlijk ontsnapt het monster en moet ertegen gevochten worden. Alien: Resurrection wordt pas echt interessant als Ripley ontdekt wat Gediman heeft uitgehaald. Op de een of andere manier knutselde hij een nieuw monster dat bestaat uit DNA van de koningin en Ripley. Net als bij het slot van Alien 3 wordt zo opnieuw verwezen naar het moederthema. En net als bij deel drie verwerpt Ripley deze rol. Het spijt haar vreselijk – zij zegt die spijt ook hardop – maar dit kan gewoon niet. Geen denken aan dat zij als opvoedster van dit monster gaat optreden. Als zij haar “kind” afwijst, is dit de pijnlijkste, meest emotionele scène uit de film. Dat het monster zelf meer teweegbrengt dan de personages is een veeg teken.

Conclusie?
Slechts twee regisseurs, namelijk Scott en Cameron, kregen het voor elkaar om van Ripley meer te maken dan de dame in nood, of de vrouw die puur als versiersel dient. Het is zo vreselijk zonde dat Ripley na deel één en twee ten prooi valt aan wispelturige producers en scenaristen, die allemaal hun eigen ideeën hebben over hoe het verder moet met hun vrouwelijke protagonist. Ik vind het bovendien ironisch dat uitgerekend Cameron, wiens leven als schuinsmarcheerder niet bepaalt geheim is en vijf keer getrouwd is geweest, de beste Ripley heeft neergezet.

Wat mij zo dwarszit aan de vier films, is dat Ripleys ontwikkeling op jammerlijke wijze stagneert. Toen ik voor Fantasize de filmserie opnieuw bekeek, had ik oprecht de hoop dat ik een positief voorbeeld zou hebben van een vrouw in het fantastische genre. Geen conservatief vrouwtje, of de afschuwelijke dame in nood. Gewoon een goed doorbloed vrouwelijk personage dat moeiteloos naast de kerels kan staan maar geen kerel nodig heeft voor validiteit. En dan valt het wederom tegen. Begrijp mij niet verkeerd, dankzij Cameron staat Ripley stevig in haar schoenen. Maar waarom kon dit niet worden doorgepakt met Alien 3? Waarom was er zoveel discussie over het script, dat ter plekke herschreven werd, met als resultaat een onsamenhangend zooitje? Er lag hier zoiets moois. Een vrouw die zich ontpopte tot een soort Jane Rambo in de ruimte. En dan wordt dat beeld zo onverholen weggegooid. Eigenlijk is Ripley de speelbal geworden van mannelijke regisseurs, scenaristen en producers die het allemaal beter wisten. Of dachten het beter te weten.

Ik kreeg tijdens het schrijven van dit stuk dan ook een akelig gevoel van déjà vu. Deze analyse had ik eerder gedaan bij The Shining, waarbij Wendy de inzet werd van een egogevecht tussen Stanley Kubrick en Stephen King. Ik hou er helemaal niet van om mijzelf te herhalen – al zal ik dat vaker doen dan mij lief is – en probeerde nog om tot een andere conclusie te komen; ik blijf in hetzelfde rondje draaien. Ik wilde voor de rol van de vrouw in het fantastische genre zo graag met iets beters komen, iets positievers, met bewijs dat Hollywood wel degelijk oog heeft voor goeie vrouwelijke personages. De score tot nu toe is niet best.

Tot slot nog even een overpeinzing. Dat Weaver steeds voor de rol tekende en geen problemen had met de visie van de vier verschillende mannelijke regisseurs, prima. Dat moet zij weten. En toch vraag ik mij af, zeker nadat Cameron het stokje doorgaf aan Fincher: had zij niet toch meer invloed moeten opeisen? Betere eisen aan het script moeten stellen? Meer zeggenschap moeten opeisen? Verantwoordelijkheid moeten nemen? We zullen nooit weten wat de gevolgen daarvan geweest zouden zijn. Maar stiekem denk ik toch dat Alien 3 en Alien: Resurrection er in kwaliteit op vooruit zouden zijn gegaan.

 

© 2020 – 2024 Fantasize & Zadok Samson

You cannot copy content of this page